Op de laatste dag van de vakantie moesten we ons langzaamaan klaar maken voor de terugreis en de spullen pakken. Dat moest een beetje slim gebeuren, want er zat nog een bootreis en een overnachting in Denemarken tussen voor we weer thuis waren. Jasper was ’s ochtends weer gaan fietsen en ik werkte wat foto’s bij achter de pc. Grote plannen hadden we niet meer die laatste dag. ’s Middags wandelden we naar het plekje waar we eerder die week bosbessen waren wezen plukken. We plukten er zóveel dat we de komende week bosbessen kunnen eten. Elke dag. Heel veel.
Aan het einde van de middag dronken we ons laatste glaasje wijn in de zon en zaten stiekem een beetje te balen dat het er alweer op zat.
De volgende ochtend ging de wekker al vroeg. Maar ik was al ruim voor die tijd wakker na een erg onrustige nacht met wc-gangers en uit-bed-vallers. Netjes op tijd stapten we om 7.45 uur in de auto met nog ruim vier uur rijden voor de boeg. Uiterlijk 13.30 uur moesten we inchecken bij de boot. We hadden de nodige reservetijd om nog ergens te stoppen… Of om overgeefsel op te ruimen… Héél.véél.overgeefsel… We reden een poosje op een bochtige weg en meerdermalen had ik aan de dames op de achterbank gevraagd of alles nog goed was. “Jahoor, niks aan de hand”. En toen spuugde Renske dus naast het zakje en de hele auto onder. Dat was nog een lekkere autorit.
Van vorig jaar wisten we dat te vroeg inchecken geen goed plan is, omdat je én lang staat te wachten op een plak asfalt én omdat de laatsten als eersten mogen inschepen. Op aanraden van Erwin reden we dan ook even door naar Fort Langesund, waar we een kopje koffie dronken en een kaneelbroodje aten. En dennentakken afsneden om de kotslucht in de auto te maskeren.
Keurig om 13.15 uur sloten we aan de lange rij voor de boot. Voor ons stond een Nederlander met een te hoge auto (met daktent), zodat het eeuwen duurde voor we eindelijk konden inchecken. Tegen die tijd moest er haast gemaakt worden en werd alleen nog naar het kenteken gekeken en de naam mondeling gecontroleerd. In tegenstelling tot de heenreis mochten we nu vlot de boot op. We vonden weer een plekje op het buitendek. Wel in de schaduw ditmaal.
Behalve een Nederlands echtpaar dat veel te dicht bovenop ons kwam zitten en een irritant ruziezoekend Deens jongetje verliep de overtocht weer erg fijn. We lunchten uitgebreid met brood, ei, tomaat, sla en knakworst en de kids vermaakten zich op het speeltoestel met een Nederlands jongetje.
Om 19 uur kwamen we aan in Denemarken, reden volgens traditie naar de Burger King en checkten daarna in bij een hostel in Vra. Dat bleek afgeladen vol te zitten met luidruchtige jeugd, waardoor we ons een beetje misplaatst voelden en het lang duurde voor de kids sliepen. Ik kon wel alvast m’n tafelvoetbal-scales oefenen.
De volgende dag reden we om 9 uur naar huis. Rond Hamburg zou het wel weer druk zijn. En dat was het. Heel. Erg. Druk! Bijna twee uur stonden we er stil. We besloten uiteindelijk de gok te wagen en dan maar dwars door de stad te rijden, maar ook daar was de chaos compleet. Het leverde ons misschien een kwartier tijdwinst op. Maar zo hadden we nog iets van (het lelijke) Hamburg gezien.
Ook rond Bremen was het druk, dus besloten we opnieuw een fastfoodrestaurant op te zoeken. De gele M ditmaal. Het komende jaar zijn we weer klaar met die rotzooi. De files losten wel redelijk op en om 21 uur reden we onze straat in. Onze reis en maand in Noorwegen zaten er weer op!