De dag begon met uitgebreid koffiedrinken op het trapje bij het koffietentje naast ons hotel. Dat deed ik samen met Sjoerd, m’n reisgenoot voor de komende twee weken. We maakten uitgebreid kennis, terwijl we ondertussen keken naar het kleurrijke chaotische tafereel in het straatje: mensen, riksja’s, auto’s, scooters, fietsen…. alles luid toeterend en bellend door elkaar heen. Het was een fantastisch schouwspel. Voor ons ontbijt verplaatsten we ons nog een tentje verder en keken vanaf het balkon uit op hetzelfde hoekje. Ik at wraps met kip en pittige saus. Als ontbijt. Na dit superlekkere ontbijt gingen we elk onze weg en dook ik de stad in: een beetje ronddwalen in de overvolle straatjes en foto’s maken. Door m’n camera (en vooruit, m’n blonde haren en lange lengte zullen ook opgevallen zijn) werd ik wel voortdurend aangesproken. Mensen probeerden je vanalles te slijten. Vanuit het niks liep er ineens een jongen met me mee. Een student, vertelde hij, en hij moest z’n Engels leren door mensen aan te spreken. ‘Walk and talk’. Nou, dat ging hem goed af. Hij kletste de oren van m’n kop en stelde allerlei vragen. Hij was aardig, maar het voelde ongemakkelijk. Het leidde me ook af, waardoor ik in no-time ook ineens een rode stip op m’n voorhoofd te pakken had en oranje bloemetjes achter m’n oor. Een zegen aangebracht door een oudere man, die daar natuurlijk vervolgens wel geld voor wilde…. Tenminste, dat is waarschijnlijk waarom hij me bleef na roepen toen ik zogenaamd onwetend door liep. Na enige tijd wist ik dan toch eindelijk vriendelijk afscheid te nemen van m’n student en haalde ik opgelucht adem. Lukraak dwaalde ik verder. Van straatje naar straatje, inmiddels nul richtinggevoel meer, maar vooruit, dat kwam vast wel goed. En toen… plotseling…. Was daar uit het niets opnieuw die student. Zucht. Opnieuw bleef hij met mee lopen en me vanalles vertellen. Hij kwam uit Manaslu, studeerde in Kathmandu, eerst was hij soort van architect, later maakte hij kunst. Hij was 17 jaar en dacht dat ik ongeveer de leeftijd van z’n moeder zou hebben. Hij wilde me meenemen naar de galerie om z’n schilderijen te laten zien. ‘S Avonds was er een feest op een pleintje met muziek en dans. Er cetera et cetera. Ik begon er inmiddels echt een beetje genoeg van te krijgen, want ik wilde gewoon op m’n gemakje fotograferen en nu was ik alleen maar bezig met lopen en praten (jaja, ‘just walk and talk’). Toen er heel even wat afstand ontstond door veel verkeer, ben ik abrupt rechtsaf een straatje in gedoken. De rest van de dag bleef ik schrik houden dat ik hem opnieuw zou tegenkomen, want ik voelde me toch wel een beetje schuldig dat ik niet gewoon vriendelijk afscheid had genomen ;-).
Karianne en Marleen, m’n andere twee groepsgenoten, waren inmiddels ook aangekomen. En ook Sjoerd z’n tas was netjes afgeleverd vanaf de luchthaven. Het bleek maar weer dat mijn aanvankelijke stress of m’n bagage wel netjes was overgeheveld op Dubai op die korte overstap niet geheel onterecht was geweest, want bij hem was het dus wel degelijk mis gegaan.
Na een gezamenlijke lunch ging ik met de dames en Sander (onze gids) opnieuw de stad in. Er moesten nog pasfoto’s gemaakt worden voor onze permits. Gelukkig had ik zelf al foto’s mee, want ik heb zelden zulke slechte pasfoto’s gezien! Tijdens het wachten werden we uiteraard weer uitgebreid aangesproken door allerlei verkopers. Een oudere man met een soort gitaartje bleef hardnekkig plakken. Ook hij kwam uit Manaslu (blijkbaar is er ook een plaats dat zo heet) en ook hij vertelde over het feest ‘s avonds. Ze hangen in elk geval een soortgelijk verhaal op ;-).
Sander ging terug om iemand naar de luchthaven te brengen en wij gingen verder naar Durbar Square. Fantastisch mooi! Hier raakte ik uiteindelijk dan toch ook de meiden kwijt. Dat moest natuurlijk een keer gebeuren. Na wat sms’jes vonden we elkaar ook weer terug. We dronken een colaatje op een dakterras met uitzicht op het centrale plein. En daarna was het hoogtepunt van de dag: met z’n 3en in een riksja terug naar het hotel. Ja ja, dat past echt wel, zei het kleine mannetje. Karianne en ik zaten elk met een halve bil in de riksja en hielden ons krampachtig vast aan de gammele overkapping.
En ondertussen trapte het tanige, al best wel oude mannetje zich een ongeluk, met drie gillende dames achter zich. We voelden ons steeds schuldiger over onze uitonderhandelde prijs van 400 NRP. Eenmaal bij het hotel gaven we hem 1000 (omgerekend 7 euro) en complimenteerden hem uitgebreid met z’n kracht. Hij was een gelukkig man.
‘S Avonds gingen we met de hele groep (de Mount Everestgroep van de afgelopen weken en de Manaslu-groep van komende weken) uiteten op een gezellig dakterras vol lichtjes. Om 22 uur dook ik m’n bed in, om vervolgens nog uren wakker te liggen met m’n overvolle hoofd. Wat een stad!
Dit jaar gaat het dan toch echt gebeuren! De vlucht is geboekt, de trekking betaald, m’n vrije dagen gepland. Nepal here I come! Drie jaar geleden stond ik ook al eens helemaal klaar om in m’n uppie richting Nepal te gaan: m’n vliegticket, visum en paspoort lagen klaar op tafel; m’n rugzak stond gepakt in de gang. Tot ik ’s nachts nog even het nieuws checkte (door de spanning sliep ik wat slecht): alle grenzen gingen op slot…. Daar ging m’n geplande reis…. In minder dan 24 uur van te voren moest ik alles afblazen en kon ik m’n rugzak weer uitpakken, om daarna op maandag met thuisonderwijs bezig te zijn in plaats van door Kathmandu rond te dwalen. Als ik toen had geweten dat het nog drie jaar zou duren…. Half april 2023 gaat het dan nu alsnog gebeuren! De weken tellen af. Ik vind het reuzespannend om zo lang alleen van huis te zijn (bijna een maand!!), zo lang te lopen (12 dagen lange etappes), zo hoog te gaan (5.100 meter!!) en naar een werelddeel te gaan waar ik nog nooit ben geweest (ben nog nooit buiten Europa geweest). Maar ik heb er ook heel veel zin in!
Hoe ziet m’n reisschema er uit? Op 16 april vlieg ik naar Kathmandu. Daar heb ik 2enhalve dag in deze (schijnbaar) drukke, volle, stoffige en vieze stad. Ik bereid me voor op een enorme cultuurshock en ga proberen al deze, normaal erg ongewenste, stedelijke prikkels over me heen te laten komen. M’n camera gaat mee, dus ik vermaak me er vast wel. Op donderdag stappen we in een jeep richting het Manaslu-gebied. Ik ga daar met een gids en Nepalese dragers het Manaslu-circuit lopen. Het gebied is ‘restricted area’ en daarmee is het lopen met een gids verplicht. Op dit moment van schrijven zijn er pas twee andere deelnemers, dus vooralsnog is het een klein clubje. We zullen een kleine twee weken rondom de Manaslu lopen. Dit is de op zeven na hoogste berg van de wereld en een van de veertien achtduizenders die de wereld rijk is. De top is pas in de jaren vijftig voor het eerst beklommen. Het is geen makkelijke top van deze “Berg van de ziel”, de betekenis van Manaslu. Zo ingewikkeld en spannend gaan wij het niet maken: wij lopen van tealodge naar tealodge en uiteindelijk steken we op dag 10 de Larkya La Pass over, op 5.100 meter. Het is geen makkelijke trekking en vooral de hoogte zal het pittig maken. Hopelijk krijg ik niet teveel last van hoogteziekte…. Ergens rond 2 mei zit de trekking er op en daar eindigt het georganiseerde gedeelte van m’n reis, maar ga ik nog niet naar huis.
Inmiddels heb ik ook de plannen voor de laatste week in grote lijnen klaar. Ik had het op z’n beloop kunnen laten en het tijdens de trekking kunnen beslissen (immers nog tijd genoeg), maar ik denk er goed aan te doen toch al te zorgen voor een programma. Ik ken mezelf. Ik denk dat als ik de trekking heb volbracht, de top van 5.100 meter heb gehaald en bij de ‘finish’ ben, ik anders misschien wel denk: “Zo, gehaald! En laat mij nu maar lekker terug naar huis, zodat ik m’n ervaringen met iemand kan delen!”. Kortom, ook voor die laatste week moet ik nog een leuk plan hebben. Maar alles dichttimmeren zag ik eigenlijk ook niet zo zitten. Dus ik heb me beperkt tot de hoofdlijnen: de plaatsen en overnachtingen liggen vast. Het gaat geen regenwoud worden, geen Chitwan dus, omdat ik bang ben ik een soort Beekse Bergen terecht te komen. Na de weken vol natuur kies ik voor de laatste week juist voor cultuur en neem dan het toerisme maar voor lief. Ik ga naar Pokhara, Bandipur en Bhaktapur en wil daar vooral lekker ronddwalen en mooie plaatjes schieten. Als ik nog zin heb om te lopen wil ik er graag nog een hike maken door de rijstvelden en een hike naar het authentieke dorpje Ramkot (what’s in a name als ze het op internet als authentiek bestempelen, maar vooruit, wie weet is het echt zo). De zonsondergang en -opgang meemaken bij het Thani Mai tempeltje in Bandipur. En verder? Misschien een kookcursus? Yoga? Paragliding? Raften? Een klankschalensessie? Genoeg te doen. En gewoon lekker ergens neerstrijken voor een hapje en een drankje klinkt ook wel aantrekkelijk na ruim 2 weken afzien (geen luxe, krakkemikkige bedden, koude houten hokjes, 2x per dag dal bhat eten en vooral over de toiletten heb ik nog maar niet nagedacht).
De overnachtingen zijn geregeld en daar naar ben ik al erg nieuwsgierig! In Pokhara verblijf ik in een hip hotel en krijg ik (op speciaal verzoek ;-)) een kamer op de bovenste verdieping, met balkon en met uitzicht op het meer en de Himalaya. Pokhara schijnt vooral een erg chille stad te zijn, vol eettentjes en leuke plekjes, waar je lekker kunt bijkomen na een lange trekking (ik heb een beetje een beeld van Riva in gedachten, maar dan Aziatisch). Ik heb er bewust voor gekozen om te blijven overnachten in Bandipur en Bhaktapur, in plaats van een dagtocht, zoals de meeste toeristen doen. Zo kan ik met een beetje mazzel de rustiger randen van de dag mee pakken. In Bandipur slaap ik in een klein pension bij schijnbaar een erg gastvrije familie (na het zien van 3 op reis heb ik nu het beeld daar door het hele gezin naar bed begeleid te worden… dat overkwam de presentatrice…. awkward). En tot slot slaap ik in Bhaktapur in een 700 oud Newari-gebouw en zal ik om 4 uur ’s nachts gewekt worden door de tempelgeluiden…. Joehoeh!
Update: Het is inmiddels eind maart en nog maar twee weken aftellen. Spannend! Ik heb m’n tas voor het eerst een keer op proef ingepakt. Met de keukenweegschaal ernaast, om zelfs m’n t-shirtjes af te wegen en de lichtste mee te nemen. Het lijkt allemaal redelijk te passen. Ook heb ik uiteindelijk de knoop doorgehakt over m’n cameraspullen. Ik wilde eigenlijk ook nog mn 70-200mm objectief meenemen… Maar dat ding is zwáár! Ik wil mezelf niet overschatten en mezelf ongenadig hard tegenkomen op 5.100 meter. Dat ga ik toch wel en als ik mezelf dan 2 kg kan besparen, klinkt dat als een verstandig plan. Mocht die sneeuwpanter onverhoopt toch langs wandelen, zit er maar 1 ding op: er dichterbij in de buurt zien te komen ;-).
Laatste update (15 april): morgen is het écht zo ver! Iedereen is stiknerveus en er zijn de nodige traantjes gevallen de afgelopen dagen. Het maakt dat het gevoel dubbel is: enerzijds nieuwsgierig en zin in het avontuur, anderzijds huiverig voor het afscheid en lange alleen-zijn aan de andere kant van de wereld. Maar…. uitdagingen moet je aangaan! Ook als het griezelig is. Of alleen.
De kerstvakantie bestond uit cocoonen en achterstallig digitaal onderhoud: foto’s nalopen, laptop opschonen en filmpjes monteren. Er lag nog het nodige materiaal te wachten vanaf april, toen we een week in het Zwarte Woud waren. Die zijn dus inmiddels (eindelijk) klaar. Na daarna nog een maand Noorwegen en een week Oostenrijkse Alpen was ik al bijna weer vergeten dat we in het Zwarte Woud ook echt mooie dingen gezien en gedaan hadden. Verder hadden we in Noorwegen natuurlijk onze fantastische driedaagse trekking als hoogtepunt. En in Oostenrijk beleefden we een prachtige herfstweek in de bergen. 2022 was weer een mooi jaar! Gelukkig hebben we de beelden nog….
De weersvoorspellingen waren fantastisch voor Oostenrijk in de herfstvakantie en dus boekten we last-minute een appartementje. Voor ons een bekend adres in Pfunds. We hadden een supermooie week met sneeuw, zon, prachtige wandeltochten en een nachtje hoog in de bergen in een berghutje. Onze geplande tocht naar een +3.000-top mislukte helaas wegens teveel sneeuw (en dan vooral vanwege de, daardoor, onzichtbare, diepe gaten tussen de rotsen). Het was weer op en top genieten!
Ook dit jaar hadden we weer een fantastische maand in Noorwegen. We verbleven op 3 plekken (Fla, Rysstad en Sand) en we maakten een driedaagse trektocht door het berggebied Stolsheimen. De eerste week hadden we een fantastisch huis met een buitensauna. Het was een luxe hut, waar het lekker ontstressen was. Het hoogtepunt die week waren de rendieren die ons vlakbij passeerden. Misschien wel een beetje té dichtbij.
Het hoogtepunt van de hele maand was zonder twijfel de driedaagse trektocht. De weersomstandigheden waren niet ideaal, maar maakten het wel extra indrukwekkend en mystiek. De eerste hut was onbemand en we hadden een kamertje met z’n vijven. In de tweede hut was het beduidend drukker en kwamen we op een slaapzaal terecht.
De derde week brachten we door met ons ‘wisselgezin’. We zaten op een vreselijk groot huisjespark. Gelukkig waren de hutten nagenoeg onbewoond en met laaghangende wolken viel een groot deel van het lelijke uitzicht weg. Het was wel gezellig met z’n 10en en we hadden genoeg ruimte én een hottub.
De laatste week zaten we vertrouwd in ons afgelegen, sobere hutje aan het meer. Ondanks dat we hier al een paar keer zijn geweest, ontdekten we nog steeds mooie onbekende plekken, zoals Litunet, een verzameling oude boerderijtjes hoog aan het fjord. Ook rondom Blasjo was het fantastisch mooi met dreigende wolkenluchten, met af en toe een zonnestraaltje tussendoor.
In het voorjaar van 2022 bestond ons bureau 15 jaar en om dat te vieren brachten we een weekend in Antwerpen door met z’n allen. Op vrijdag stapten we vroeg in de trein om aan het einde van de ochtend aan te komen bij ons hotel tegenover het station. Na een uitgebreide lunch verkenden we de stad te voet. Op zaterdag deden we dat op de fiets en was ons actieradius een stuk groter. Naast het door de stad heen manoeuvreren en navigeren van 15 man lukte het me zowaar ook nog om hier en daar wat foto’s te schieten! Heerlijk weekend vol gezelligheid, lekker eten en drinken en mooie dingen zien!
Met de voorjaarsvakantie voor de deur besloten we op het laatste moment er toch nog even lekker uit te gaan. Het paste in de planning, de weersvoorspellingen waren prima en dus vertrokken we op Koningsdag richting het Zwarte Woud. In de Alpen lag nog teveel sneeuw en daar hadden we geen zin in. De Eifel is altijd goed, maar vonden we dichtbij, dus het werd het Zwarte Woud. We vonden een appartementje ergens buitenaf, onderaan de Belchen, een van de hoogste toppen van het Zwarte Woud. Het beloofde veel goeds, want al op de eerste avond zagen we gemzen in de verte en stonden de reeën onder ons raam te ‘blaffen’.
Dag 1: Het begint inmiddels een traditie te worden. Op de eerste dag liepen we een (bijna te) lange tocht van ruim 18 km en 730 hoogtemeters. Na een dodelijk lange klim over een dodelijk lang saai pad (want een breed schotterpad), werden we beloond en werd het een prachtige tocht langs watervallen en door kloven. En toen moesten we ook nog stukken door de sneeuw tot onze verrassing! Het was een mooie eerste dag.
Dag 2: We hadden voor vandaag 2 opties. Optie A bestond uit de smaken: ‘makkelijk, saaie en brede paden, dichtbij huis, weidse vergezichten’. Optie B bestond uit: ‘uitdagend, technische klauterpaadjes, poosje in de auto, kloof en watervallen’. De keuze viel op optie A. Na de zware eerste dag klonk een wat eenvoudiger tocht aantrekkelijker. Natuurlijk had ik best m’n persoonlijke voorkeur (optie B), maar eerlijk is eerlijk: ook de paden door weides waren mooi! We zagen veel roofvogels vandaag (rode wouw, buizerds, valkjes) en Renske schrok zich te pletter toen ze op een tak wilde stappen, die onder haar voet weg glibberde. “Aaaaa!!! Een sláng!!!” (het was een hazelworm… geen slang dus… en nee, die doen niks). Toch weer 12 km weg getippeld! ’s Avonds gingen Tieme en ik nog voor een toetje, op zoek naar gemzen. Het was een smerig steile klim, maar gelukkig niet voor niks! Na een score van 7 gemzen, kwamen we in het stikdonker pas weer thuis. Gelukkig niet verdwaald in het bos of van de berg gevallen.
Dag 3: Op de derde dag liepen we door de kloof van de Wehra-quelle. We volgden het stroompje bergop richting de bron. Leuk om te realiseren: het water dat hier uit de bodem komt, stroomt over een poosje langs Velp en Arnhem. Benieuwd of de beukenblaadjes die de kids in het stroompje hebben losgelaten over een poosje langs de Veluwe voorbij komen…. Het water smaakte overigens prima!! We liepen een ronde van 10 km en waren nét niet voor de (voorspelde) regenbui terug bij de auto.
Dag 4: ‘Jongens, wat is het plan vandaag’? Voor deze week hebben we nog een paar dingetjes op de wishlist (een dag thuis-niks-doen in het appartementje hoort daar niet bij is de gedeelde mening… want daar wordt iedereen ongedurig van. Deze week kunnen we nog doen: een mooie (lange) tocht door de Wutachschlucht, de klim naar de Belchen inclusief de Alpiner-steig (steil, smal, technisch) en rodelen in Todtnau en daar de waterval bekijken (ofwel: relatieve rustdag). We kozen voor dat laatste. Rodelen en dé grootste waterval van Duitsland… Op zondag… Dus… Het rodelen was fantastisch. Het was wel een beetje zoeken naar de juiste samenstelling van personen: vanaf 1.40 m en 8 jaar mocht er alleen gerodeld worden… Maar dat is wat anders dan: móet er alleen gerodeld worden; en met 5 man is er altijd één die alleen móet en wie is dat dan? Renske wilde wel in d’r eentje; die laatste paar centimeter verzonnen we erbij. En zo gingen er 3 gierende dames naar beneden en 2 mannen in een iets lager tempo. Eerst Daantje en ik (die er nu nog steeds van overtuigd is, dat zij zelf de snelheid kon bepalen met de rubberen beugel en dat ik vond dat ze veel te hard ging ?); toen Renske in dr uppie en daarna Tieme en Jasper. Nog na-stuiterend van de adrenaline begonnen we na het rodelen aan de tocht naar de Todtnauer wasserfall. Een klein ommetje van 4 km over een veel te aangeharkt pad. Eenmaal bij de waterval waren we totaal misplaatst met onze outdoorkleding, rugzakken en wandelstokken, tussen de tijgerprintjes, kekke schoentjes en opgepompte lippen (echt waar!). Dichtbij was vast een parkeerplaats. We bevonden ons tussen het zondagse kuur-oord-publiek van het Zwarte Woud en maakten ons snel uit de voeten. Al met al een lekker rustdagje (hoewel we bijna 6 uur van huis waren). De komende dagen laten we de toeristische attracties weer lekker links liggen.
Dag 5: Vandaag liepen we een pittige tocht naar en rondom de op-een-na-hoogste berg van het Zwarte Woud: de Belchen. Ons appartementje bevond zich wat lager op deze berg, ongeveer 4km vanaf de top. Ik ontdekte op de kaart van m’n GPS een alpiner-steig aan de andere kant van de berg en stippelde een tocht uit van 12 km, met ruim 700 hoogtemeters. De top van de Belchen zelf was weinig aan; een groot deel van de paden bovenop ook niet. Gelukkig konden we die links laten liggen. De relatief verborgen route die ik had uitgezet was prachtig! Via smalle paadjes wisselden bos vol oude beuken en open weitjes elkaar af. Het paadje van de alpiner-steig zouden we zonder GPS zo voorbij gelopen zijn: geen markering, geen routebordje en nauwelijks als pad te herkennen. Het was her en der steil, met de nodige puinhellingen en omgevallen bomen als hindernissen, maar verder was het prima te doen. Tijdens onze lunch met knakworstjes cirkelde er een rode wouw vlak boven ons hoofd. We zagen wolvenpoep. En: we zagen gemzen! Top-dag!
Dag 6: Na de lange tocht van de dag ervoor kozen we vandaag voor een korte wandeling in een zogenaamd oerbos in de buurt van Schönau, het dichtstbijzijnde plaatsje. Omdat we na de wandeling boodschappen wilden doen, parkeerden we alvast bij de supermarkt. Het zou mooi weer worden vandaag, maar de lucht zag er dreigend uit en in het verte hoorden we het al rommelen. Nog voor we het smalle bospaadje opgingen, begon het te regenen. Maar eigenlijk maakte dat het bos alleen maar mooier. Het groen knalde je tegemoet: frisgroene blaadjes en het mos dat echt overal op groeide; bodem, rotsen, bomen… ov-er-al mos. De vogels zongen er lustig op los. Ja, dit is inderdaad wel een ‘oerbos’. Al vijftig jaar wordt het bos er niet onderhouden en hier en daar leek het nog het meest op een tiental-meters-groot micadospel. De regenbui duurde niet de hele dag en tegen de tijd dat we het bos verruilden voor een open weide, kwam de zon voorzichtig tevoorschijn. Tijd voor koffie dus. En een plaspauze. Achter een houtstapel. Voor de tweede keer deze week klonk er een ijzige kreet. Een konijntje maakte zich uit de voeten juist toen Renske haar sanitaire stop achter het hout hield. Ik weet niet wie harder schrok, het konijn of Renske. Het beestje stopte in elk geval nooit meer met rennen. Uiteraard was m’n uitgestippelde rondje in werkelijkheid weer eens langer dan gepland. Inmiddels weet iedereen wel dat er meestal een vijfde bij op geteld moet worden. We kwamen dus op een ‘ommetje’ van 10 km (met ruim 300 hm). Voor velen valt dat niet meer in de categorie van ‘ommetje’, maar als je er uitgebreid te tijd voor neemt, veel om je heen kijkt en er genoeg te zien is, vliegen de kilometers ongemerkt voorbij. Er was in elk geval nog ruim energie over om nog wat in de speeltuin te spelen. Een rustdag zou ik het niet willen noemen, maar uitrusten doen we volgende week wel weer.
Dag 7: Vandaag stond een tocht op het programma, waar ik de hele week al naar uit keek: de Wutachschlucht. We moesten er een uur voor rijden, maar dan had je ook wel wat als het goed is: een smalle kloof, met steile wanden, ‘dunne’ paadjes, watervallen, bruggetjes, ruig en woest, technisch en avontuurlijk. Ik had een rondje van 14km uitgestippeld. Eenmaal op de startplek aangekomen scheen de zon volop, maar zag de lucht rechts en links van ons er behoorlijk dreigend uit. De ene bui leek te vertrekken, maar die andere….? We raadpleegden buienradar en maakte de inschatting dat we het weliswaar niet droog zouden houden, maar de bui zou ons vooral schampen… dachten we. Vol goede moed vertrokken we richting de kloof. In de verte rommelde de donder, maar dat was voldoende ver weg. Het hutje dat we tegen kwamen negeerden we. Het begon wat te spetteren, maar het zou allemaal wel meevallen. Dapper stapten we verder. We daalden af over een rotsig pad richting de kloof. Het spetteren werd regen. Regen werd een hoosbui. En de hoosbui werd tenslotte hagel. In no-time was het pad veranderd in een heuse waterval (hadden we die tenminste soort van gezien). We waren het er al snel over eens dat het niet verstandig was om door te lopen. Niet in de laatste plaats omdat we inmiddels doorweekt waren tot op ons ondergoed en onze schoenen vol water stonden. Maar belangrijker misschien nog wel: de tocht werd afgeraden bij nat weer vanwege de hoge, gladde en steile paden. En omdat water zich verzamelt op het laagste punt; in dit geval dus in de kloof. Dat we de juiste beslissing hebben genomen, hoorden we ’s avonds van de uitbaatster van een restaurant, die er als kind eens had gelopen en tot aan haar oksels door de wilde beek had moeten waden na veel regen. En zo stonden we dus na 3 km weer bij de auto, drijfnat en zonder ook maar een glimp te hebben opgevangen van de Wutachschlucht. We hebben wél heel veel water gezien dat, net als wij aanvankelijk, op weg was ernaar toe. En een deel ervan hebben we meegenomen in onze schoenen. Het heeft in elk geval een mooi filmpje opgeleverd. En een noodgedwongen rustdag. Hopelijk zijn de schoenen morgen een beetje droog….
Dag 8: Helaas was het weer ons niet goed gezind op de laatste dag in het Zwarte Woud. Maar het was daardoor wel weer zoals wij het Zwarte Woud kennen: grauw, vochtig en mistig. 17 jaar geleden waren we hier, met de mountainbike en zonder kinderen. Op een mistige, natte dag stonden we naast onze mountainbikes even uit te blazen bij een soort van Maria-grot, met plastic rozen en een plastic Mariabeeld. Kitsch-ten-top en ik had het dan ook al snel gezien. Dat was het moment dat ik me omdraaide en Jasper achter me op z’n knieën aantrof…. Hoe mooi om nu met 3 kinderen door het Zwarte Woud te sjokken en ook hen vol te stouwen met mooie ervaringen en herinneringen. Vandaag liepen we ondanks de regen en ondanks (of misschien juist wel daarom) enig chagrijn bij enkelen toch een rondje van 6 km. Mooi om te zien dat iedereen in no-time opfleurt. Regen of niet, buitenzijn in een mooie omgeving doet iedereen goed. We sloten de dag af met een lange speurtocht met de auto door het Zwarte Woud op zoek naar Schwarzwalder Kirschtorte. Die hadden we beloofd en het was nog niet gelukt. Pas bij het derde dorp en de zesde bakker lukte het! En dus sloten we deze vakantie positief af met behaald resultaat: taart, heel veel kilometers in de benen, heel veel foto’s, bruine randjes op de benen, bruine snoeten en bergen sproeten en niemand heeft zin om weer naar huis te gaan.
Een dag voor de herfstvakantie begon besloten we richting Oostenrijk te gaan. De weersvoorspellingen waren fantastisch en inmiddels weten we dat de herfst met stip het mooiste seizoen is in de Alpen (ssssttt, niet verder vertellen). Het is er uitgestorven rustig (want alles gesloten) en de herfstkleuren zijn overweldigend mooi. En als er dan ook nog volop zon is…. dan kan het niet perfecter. Vanuit Pfunds liepen we mooie en lange tochten. Een keer kwamen we zelfs pas in het donker van de berg af. We sloten de week af met een nachtje hoog in de bergen in een (onbemand) berghutje. Een fantastische ervaring.
In maart 2020 zouden m’n broertje en ik naar Nepal gaan om daar de Manaslu te lopen. Maar een dag voor vertrek ging de wereld op slot, vanwege covid-19. Wat we ons toen nog niet konden voorstellen was dat die situatie heel lang zou gaan duren. Als voorlopig alternatief besloten we in oktober 2021 een huttentrektocht te gaan lopen in de Alpen. Ik stippelde een mooie 6daagse tocht uit van de Silvrettasee naar Tschagguns in het gebergte van Montafon en Rätikon. Met een 16 kilo zware rugzak best pittig, maar o wat mooi! We liepen prachtig paadjes en soms was het best technisch, met kabels en smalle richeltjes. We hadden allerlei soorten weer: van zonnig in shirtje en korte broek, tot in de sneeuw met mutsen en handschoenen. De ervaring was er een om nooit meer te vergeten!
Ook deze zomer konden we gelukkig op het allerlaatste nippertje toch nog naar Noorwegen. We hadden ons verheugd op een maand in een van onze favoriete landen en hadden mooie hutten geboekt. Alleen: de kinderen waren niet welkom, want niet gevaccineerd. Pas een week voor vertrek paste Noorwegen die strenge regel aan en mochten kinderen van gevaccineerde ouders mee, na registratie, een negatieve test bij binnenkomst en een quarantaine van 10 dagen. Die quarantaine vonden we geen probleem: we zoeken juist altijd de rust en ruimte op en hoe meer verlaten hoe beter.
De eerste week brachten we door in een hut hoog op een berg, in de buurt van het plaatsje Nore. We hadden er het mooiste uitzicht ooit! De tweede hut lag wat noordelijker richting Skjak. Dit was volgens de eigenaresse een van de droogste streken van Noorwegen. Nou, dat hebben wij toch anders ervaren! Leuk was wel dat we er een hot-tub bij hadden. Adres nummer 3 lag in de omgeving van Voss. Een supergezellige hut, vlakbij een meertje. Ook van hieruit konden we prachtig wandelen en waren de fjorden dichtbij. Onze laatste hut was bekend en vertrouwd. Opnieuw gingen we naar ons verlaten sobere plekje aan het meer Mosvatnet. En wat een geluk: die week hadden we prachtig weer. Dat maakte het ‘douchen’ in het meer iets minder spartaans.
Al met al was het weer een fantastische maand met mooie en zware tochten, imposante landschappen, knusse kampvuurtjes, zwemmen in koude meren, pootje baden in wildstromende rivieren, afzien in kou en regen, genieten op een steen in de zon, kanoën in stilte en vooral genieten van het samenzijn.
Deze zomer met de telefoon wat beelden geschoten en die na veel kunst- en vliegwerk tot een filmpje weten samen te voegen. Leuk om te doen, maar nóg leuker als herinnering. De volgende keer gaan we voor de verbeterde en bewustere versie, want voor m’n verjaardag kreeg ik een go-pro. Ik heb er nú al zin in!
Op de laatste dag gingen we met de Venetbahn omhoog naar 2.200 m… waar de wind ijzig koud de wolken tegen de berg omhoog blies, zodat het dal uit het zicht verdween en we van 19 graden beneden naar 3 graden op de berg gingen. Voor mij een goede test om uit te proberen welke kleding er mee moet naar de Himalaya. Conclusie: meer dan ik nu aan had in elk geval! Moe van een hele week wandelen en met bevroren handen en wangen was er weinig zin om nog een top te beklimmen. We hielden het bij wat heen en weer gedrentel rondom het bergstation en een ritje met de sinds enkele weken geopende bobbaan: een soort achtbaan, waarbij je zelf de snelheid iets kon reguleren. Jee, wat ging dat ding hard, tot grote vreugde van alle dames! Jammer dat het maar een kort ritje was. Daarna stapten we snel weer in de lift naar beneden, naar de warmte, naar ons huisje, naar de spelletjes en de Jägermeister.
Voor vandaag hadden we een afgelegen alm op de planning: de Radurschlalm. Of eigenlijk daar nog voorbij en hoger de bergen in. Eerder deze week waren we ook al in die hoek en waren we nieuwsgierig geworden naar de waterval die in de verte naar beneden stortte. Nadat onze gastheer en -vrouw ons gisterenavond onder het genot van een zelf gebrouwen schnapps vertelden dat er zich daar hoog in de bergen sinds enkele weken een geheel nieuw bergmeer heeft gevormd, wilden we dat graag met eigen ogen zien. Het meer is spontaan ontstaan door een ‘muur’ van stenen en is niet geheel zonder gevaar, doordat de wand ook net zo goed ineens weer kan wegzakken, waardoor er een enorme hoeveelheid water naar beneden stort. We hadden een supermooie klim en hoe hoger we kwamen hoe meer sneeuw er lag. Het was er dan ook ijzig koud, wat het desolate gevoel op de verlaten alm op 2200m hoog in de bergen vergrootte. Alles ademde natuurgeweld: enorme rotsvlaktes, witbesneeuwde bergtoppen, water dat naar beneden donderde, rollende rotsblokken op de hellingen en de ijzige wind. Wauw, wat mooi en bijzonder om hier te zijn. Het enige wat nog ontbrak waren de steenbokken…. (die drie van ons niet meegeteld dan).
Na al het wandelen de voorgaande dagen, was het op de vijfde dag tijd voor een soort van rustdagje. Met de gondel en de stoeltjeslift gingen we vanuit Fendels omhoog naar een speeltuin. In de stoeltjeslift was het ijzig koud: vol in de wind, in de schaduw en met overal sneeuw was het maar net boven het vriespunt. We maakten er een korte wandeling en streken toen neer in de speeltuin. Wij op het terras in de zon met een wit-biertje en de kinderen vermaakten zich in de speeltuin met de glijbanen, waterelementen en op een vlot. Ik wilde juist een foto maken, toen Tieme besloot z’n net een week-oude-diploma C te testen in koud bergwater en met zware bergschoenen aan. Hij verdween voorover koppie-onder in het meertje….. Gelukkig was het in de zon best aangenaam, had ik een handdoek in m’n rugzak en had hij nog een droge jas en fleecetrui. Nadat z’n kleding enigszins gedroogd was roetsten Tieme en ik met een buggy de berg af. Gaaf!
Kan de herfst in de Alpen nog mooier? Ja, dat kan… Met een verse laag sneeuw op de toppen als verrassing ’s ochtends bij het ontwaken! Vandaag waren we niet persé in het mooiste gebied van de Alpen: Fiss-Serfaus-Ladis. Vooral geliefd vanwege de enorme hoeveelheid gondels, berghutten, hotels en fraai aangeharkte paadjes. Niet waar wij erg enthousiast van worden, want weinig tot geen uitdaging, maar vandaag wilden we niet teveel kilometers maken én we (de dames althans) wilden graag rodelen! Na een puzzeltje van liften aan elkaar knopen die nog wél in bedrijf waren (we zitten in een overgangsweek, waar een groot deel al aan de seizoensstop is begonnen in de voorbereiding op de winter), gondelden we via 3 trajecten van Fiss naar Serfaus en naar boven de bergen in. Vandaaruit liepen we zo’n 5 km terug richting de Moseralm, zowaar via een minder aangeharkt en eigenlijk best leuk paadje. Onderweg zorgde een helikopter voor de nodige afleiding door steeds heen en weer te vliegen, met aan een lange kabel een kuip vol grind. Precisie-vliegen! Vanaf de Moseralm gingen we met de rodelbaan weer naar beneden. Een leuke ronde, waar we ons een prima dagje mee vermaakt hebben, genietend van het heerlijke weer en de wit-besneeuwde bergen.
Een bijna-onmogelijke wandeling hadden we bedacht voor de derde dag richting de Radurschlalm. De tocht startte eerst dodelijksaai over een breed schotterpad omhoog (zie dat maar eens leuk te houden). Het door ons beloofde leuke paadje dat zou volgen bleek een knettersteile klim door een knollenwei te zijn, bijna niet omhoog te komen en dus helemaal niet leuk. Daarna ging het, een ietsiepietsie-minder-steil, heel wat kilometers lang, door over een soort van net-niet-pad langs een snelstromende beek, dat her en der het pad had weggespoeld of overgenomen (en dus wél leuk). Het verwachte pad waar we op uit moesten komen, bleek opnieuw een saai schotterpad, dat we kilometers lang volgden en dat toen ineens zomaar ophield…. in het niks….Aaaaahhh!!! Toen hadden we twee opties: of de hele weg weer terug (no way!) of dan maar heeeeeel lang over een hele steile helling naar beneden op hoop van zegen (het was gelukkig wel een soort van grashelling). Het was een dag vol avontuur, veel kilometers en veel hoogtemeters, lekker in de zon en heerlijk met z’n vijfjes.
Dag 2 bestond opnieuw uit een lekker dagje ‘buitenspelen’. Voor ons was het de vierde keer dat we de Kaunertalgletscherstraat op gingen, maar voor het eerst gingen we vandaag van de gebaande wegen af. Na twee zomers in Noorwegen is ons wel duidelijk dat de kids beschikken over een portie doorzettingsvermogen, dat ze zich goed staande weten te houden op lastige en listige klimmetjes en afdalingen en dat ze daar net zo van genieten als wij. Wij, als ouders, durven steeds meer te vertrouwen (iets met ‘loslaten’) en dus liepen we via een best wel uitdagend pad richting de gletsjer in plaats van via de geasfalteerde weg. Alle vijf worden we hartstikke blij van al dat avontuur en de overweldigende natuur en landschappen. Wat een prachtige en rustige herfst hier in de Alpen!
De betere spontane acties! Een paar dagen voor de herfstvakantie begon, boekten we, nogal last minute, ons, inmiddels vertrouwde, adresje in Pfunds in Oostenrijk. De weersvoorspellingen zagen er goed uit en de Alpen kenden we nog niet in de herfst. Wauw, wat is het daar mooi in de herfst met al dat geel, bruin en rood van de lariksen, de bosbes en het gras. De bergen hadden we zo’n beetje voor ons alleen, in de vooravond van de seizoenssluiting. Het was een beetje plannen wanneer welke gondels nog gingen, maar nu de kinderen inmiddels best ervaren hikers beginnen te worden, zijn we daar veel minder van afhankelijk (maar eerlijk is eerlijk: het gondelen is natuurlijk altijd wel een leuke toevoeging!).
Op de eerste dag gingen we uit Nauders vandaan omhoog. Waar we voorheen niet verder kwamen dan de waterspeeltuin Goldwasser, ontdekten we nu mooie klauterpaadjes hoger de bergen in. Met de kids klommen we naar 2.555 m en ik klom in m’n eentje nog even verder, door de sneeuw, naar de bergrand en -graat op 2.890 m. Dankzij deze klim en afdaling door de sneeuw had ik wel gelijk spierpijn voor de rest van de week ;-).