Deze zomer met de telefoon wat beelden geschoten en die na veel kunst- en vliegwerk tot een filmpje weten samen te voegen. Leuk om te doen, maar nóg leuker als herinnering. De volgende keer gaan we voor de verbeterde en bewustere versie, want voor m’n verjaardag kreeg ik een go-pro. Ik heb er nú al zin in!
18. Laatste dag!
Op de laatste dag van de vakantie moesten we ons langzaamaan klaar maken voor de terugreis en de spullen pakken. Dat moest een beetje slim gebeuren, want er zat nog een bootreis en een overnachting in Denemarken tussen voor we weer thuis waren. Jasper was ’s ochtends weer gaan fietsen en ik werkte wat foto’s bij achter de pc. Grote plannen hadden we niet meer die laatste dag. ’s Middags wandelden we naar het plekje waar we eerder die week bosbessen waren wezen plukken. We plukten er zóveel dat we de komende week bosbessen kunnen eten. Elke dag. Heel veel.
Aan het einde van de middag dronken we ons laatste glaasje wijn in de zon en zaten stiekem een beetje te balen dat het er alweer op zat.
De volgende ochtend ging de wekker al vroeg. Maar ik was al ruim voor die tijd wakker na een erg onrustige nacht met wc-gangers en uit-bed-vallers. Netjes op tijd stapten we om 7.45 uur in de auto met nog ruim vier uur rijden voor de boeg. Uiterlijk 13.30 uur moesten we inchecken bij de boot. We hadden de nodige reservetijd om nog ergens te stoppen… Of om overgeefsel op te ruimen… Héél.véél.overgeefsel… We reden een poosje op een bochtige weg en meerdermalen had ik aan de dames op de achterbank gevraagd of alles nog goed was. “Jahoor, niks aan de hand”. En toen spuugde Renske dus naast het zakje en de hele auto onder. Dat was nog een lekkere autorit.
Van vorig jaar wisten we dat te vroeg inchecken geen goed plan is, omdat je én lang staat te wachten op een plak asfalt én omdat de laatsten als eersten mogen inschepen. Op aanraden van Erwin reden we dan ook even door naar Fort Langesund, waar we een kopje koffie dronken en een kaneelbroodje aten. En dennentakken afsneden om de kotslucht in de auto te maskeren.
Keurig om 13.15 uur sloten we aan de lange rij voor de boot. Voor ons stond een Nederlander met een te hoge auto (met daktent), zodat het eeuwen duurde voor we eindelijk konden inchecken. Tegen die tijd moest er haast gemaakt worden en werd alleen nog naar het kenteken gekeken en de naam mondeling gecontroleerd. In tegenstelling tot de heenreis mochten we nu vlot de boot op. We vonden weer een plekje op het buitendek. Wel in de schaduw ditmaal.
Behalve een Nederlands echtpaar dat veel te dicht bovenop ons kwam zitten en een irritant ruziezoekend Deens jongetje verliep de overtocht weer erg fijn. We lunchten uitgebreid met brood, ei, tomaat, sla en knakworst en de kids vermaakten zich op het speeltoestel met een Nederlands jongetje.
Om 19 uur kwamen we aan in Denemarken, reden volgens traditie naar de Burger King en checkten daarna in bij een hostel in Vra. Dat bleek afgeladen vol te zitten met luidruchtige jeugd, waardoor we ons een beetje misplaatst voelden en het lang duurde voor de kids sliepen. Ik kon wel alvast m’n tafelvoetbal-scales oefenen.
De volgende dag reden we om 9 uur naar huis. Rond Hamburg zou het wel weer druk zijn. En dat was het. Heel. Erg. Druk! Bijna twee uur stonden we er stil. We besloten uiteindelijk de gok te wagen en dan maar dwars door de stad te rijden, maar ook daar was de chaos compleet. Het leverde ons misschien een kwartier tijdwinst op. Maar zo hadden we nog iets van (het lelijke) Hamburg gezien.
Ook rond Bremen was het druk, dus besloten we opnieuw een fastfoodrestaurant op te zoeken. De gele M ditmaal. Het komende jaar zijn we weer klaar met die rotzooi. De files losten wel redelijk op en om 21 uur reden we onze straat in. Onze reis en maand in Noorwegen zaten er weer op!
17. Met z’n tweetjes op pad
We startten de dag langzaam op. Iedereen leek langzaamaan een beetje vermoeid te raken. De dames keken een filmpje op de bank en ik werkte m’n verslag en foto’s bij. Aan het einde van de ochtend vonden we het tijd toch iets te gaan ondernemen; het was immers droog en de een-na-laatste dag alweer. Renske was het er absoluut niet mee eens en had geen zin. We reden naar hetzelfde gebied als de dag ervoor, waar we de wandeling vanwege het dreigende onweer eerder hadden moeten afbreken. Jasper wilde er vissen en ik wilde alsnog naar de eerder geplande top. De kinderen mochten kiezen wat ze wilden. Dat pakte uit zoals verwacht: Renske en Daantje bleven bij Jasper om bij een stroompje te spelen en Tieme en ik liepen richting de eerder geplande top.
Het was gezellig zo met z’n tweetjes op pad en het schoot lekker op. Na elke top zagen we een berg die nóg hoger was en het zicht belemmerde en zo kwam het dat we uiteindelijk tóch op de Dyna stonden, terwijl we dat niet zo hadden gepland. Op 1212 meter hadden we 180 graden rondom zicht. Maar ook zag ik, op dezelfde plek als gisteren, zich zware donkere wolken samenpakken. Het maakte dat ik er een beetje het tempo in wilde houden, want nu bevonden we ons echt wel serieus hoog en in erg afgelegen gebied en daar wilde je écht niet door slecht weer overvallen worden. De ervaring van de dag ervoor leerde dat het zo’n vaart niet zou lopen, maar toch… Ruim om tijd waren we weer terug bij Jasper, Renske en Daantje die ons al tegemoet waren komen lopen. Met 2 gevangen forellen. Via een leuk paadje met het nodige klauterwerk liepen we terug richting de auto. Inmiddels kwam er een regenbui onze kant op en het ging erom hangen of we op tijd bij de auto zouden zijn. Dat lukte helaas op vijf minuten na niet.
We reden terug naar de hut, waar het nog droog en zonnig was. Terwijl ik de pasta kookte, maakte Jasper de forellen klaar op de bbq, in de regen inmiddels. Een ervan was echt enorm; we hadden er meer dan genoeg aan met z’n vijven. Als toetje roosterden we marshmallows boven het vuur…. In de regen.
16. Dreigend onweer
Vanuit onze berghut is het nagenoeg onmogelijk om te wandelen, simpelweg omdat paden ontbreken. Op de gps had ik een route uitgestippeld in de bergen aan de overzijde van Ål. Via een tolweggetje zonder slagboom (totaal onduidelijk wat daar dan de bedoeling is) reden we hoog de bergen in, langs bossen en vennetjes. We parkeerden bij Bosset en startten een wandeling van 7 km. Onderweg konden we nog enkele geocaches mee pakken. Het was een ontzettend leuk en afwisselend paadje langs meertjes en vennetjes. Op het punt dat we zouden afbuigen naar een bergtop, hoorden we in de verte gerommel. In de verte zag de lucht er behoorlijk dreigend uit en dat leek onze kant op te komen. We besloten het extra rondje naar de top te skippen en de wandeling in te korten. Het leukste stukje was toch wel over de graat van een berg, met uitzicht op de meren aan weerszijden. De kinderen vonden het naderende onweer toch wel erg spannend, maar we hadden er inmiddels wel vertrouwen in dat het langs zou trekken en het leverde mooi plaatjes op.
Op de terugweg staken we nog een zijpad van het pad naar ons huisje in, richting enkele vennetjes. We ontdekten er een paadje het bos in en waren nieuwsgierig waar het heen zou gaan. Het leek in het niets te eindigen. We plukten er handenvol bosbessen en aten deze ’s avonds bij de yoghurt.
Na het eten wandelden Tieme en ik nog eens terug naar de open vlakte naast de vennetjes om te kijken of er misschien elanden (of rendieren) waren, maar helaas. Toen we weer thuis waren begon het opnieuw in de verte te donderen. Ditmaal kwam de bui wel dichterbij en regende en onweerde het zo stevig, dat Daantje de nacht bij ons in bed doorbracht.
15. De Prestholdrunden in Hallingskarvet
We wilden geen al te lange wandeling doen vandaag en de kinderen vonden het leuk om weer een traptreden-wandeling te maken (op diverse plekken in Noorwegen zijn met behulp van Sherpa’s trappen aangelegd, om zo gebieden beter te ontsluiten voor wandelaars). Vorig jaar in Odda (Reiseter) hadden we zo’n trap vlakbij ons huisje en ook dit jaar hadden we, samen met Jelle en Erwin en kids, opnieuw de trap van de Falkenuten gelopen. De vandaag geplande trap van de Prestholtrunden was een beetje anders: het was er megadruk met zowel klimmende als dalende wandelaars! De drukte was een beetje onverwacht, want over de kilometers lange onverharde weg waren we nagenoeg niemand tegengekomen. We gaven ons er maar een beetje aan over en telden de traptreden omhoog (1300 stuks). Op het punt, dat de meesten blijkbaar als top beschouwden, was het een drukte van jewelste, terwijl het toch overduidelijk was dat dat nog niet de top was. De meesten vonden het daar wel mooi geweest en keerden er om. Gelukkig voor ons… Wij klommen nog een stukje verder over een grote puinvlakte, waar her en der een rode stip een soort van route markeerde, en aten onze boterhammen op het hoogste punt (1700 m). Het uitzicht was magnifiek!
Onze inschatting dat we waarschijnlijk aan de andere kant van de top een beetje glooiend zouden dalen, was een misvatting: de wandeling ging kilometers lang door over puin en rotsen, waar een pad nagenoeg ontbrak en we van steen naar steen moesten stappen, of waar het zo steil was dat enige hulp nodig was. Daantje was helemaal in haar nopjes en bleef enthousiast doorgaan. Maar ook Tieme en Renske hadden veel plezier in dit hele technische lopen. Al met al waren we 4 uur onderweg geweest op dit ‘korte wandelingetje’ en hadden we gelukkig maar één valpartijtje gehad (Renske gleed uit over rolsplit). Bij thuiskomst bleek dat we nieuwe buren hadden en moesten we ons afgelegen plekje delen met een jong Zweeds stel.
14. Geocaching Primhovda
Al heel vroeg werd ik wakker van hard blatende schapen onder ons raam. Ze klonken nogal gestrest. Er bleken er twee aan de verkeerde kant van het hek terecht te zijn gekomen. Rennend op slippertjes door het natte gras hebben we ze weer naar de andere zijde van het hek gejaagd.
De dag was wederom zonnig begonnen en dus ontbeten we lekker buiten, met uitzicht op het meertje. Na het reorganiseren van onze spullen in de verschillende kamers en het pakken van de rugzakken, vertrokken we met de auto richting de Primhovda. Ik had er een wandeling uitgezet langs 3 geocaches, startend door het bos, langs vennetjes en dan klimmend tot boven de boomgrens. Het paadje door het bos werd niet vaak belopen en hier en daar was het zoeken tussen de begroeiing. Eenmaal boven de boomgrens werden de paadjes veel duidelijker en makkelijker te lopen. De geocaches werden allemaal gevonden. Blijkbaar geen gebruikelijke bezigheid in Noorwegen, want de enige en laatste bezoekers dateerden van juni 2017!
We liepen uiteindelijk een ronde van ruim 8 km. Maar evengoed hadden de kids nog energie genoeg om achter elkaar door de weide rondom de hut te rennen en verstoppertje te spelen, terwijl wij ons een-na-laatste biertje in het zonnetje op het terras dronken.
13. Reisdag naar Ål
Al na twee nachten verlieten we Oppdal en zakten we weer wat zuidelijker af, richting Ål. De reis ging via de weg 51 door Jotunheimen. Die weg hadden we vorig jaar ook al eens gereden en herhaling was zeker de moeite waard. Het plan was om daar ergens op een mooie plek te stoppen voor de lunch. Helaas maakte de omstandigheden een eerdere stop noodzakelijk: Daantje werd autoziek. En dus stopten we op zo ongeveer de lelijkste plek op de route van die dag: op een soort van verwaarloosde camperplaats, waar ook vaste, maar verlaten, caravans stonden. Onderweg stopten we nog wel even voor wat foto’s.
Uiteindelijk reden we bij Gol de 7 op langs de Hallingdalselva. Hier bevonden zich veel campings en reden er ineens heel veel touringbussen. Het leek een stukje toeristisch Noorwegen dat we nog niet kenden. Heel enthousiast raakten we er niet van. Gelukkig konden we voor ons laatste onderkomen de 7 verlaten en slingerden we via een haarspeldbochten-weg omhoog… en omhoog…. En omhoog… Er kwam geen einde aan. Er kwam wel een einde aan het asfalt en we gingen een slecht pad op. Dat steeds smaller werd en de wereld steeds minder bewoond. We deden er bijna 25 minuten over om bij ons laatste berghutje te komen! Heel hoog in de bergen, verlaten van alles en iedereen, aan het einde van een doodlopend pad. En met een eigen privé-meer voor de deur. Adembenemend. Jasper en ik wierpen er ’s avonds een hengeltje uit, maar zonder succes. Uiteindelijk hebben we er, na een week proberen met diverse soorten aas (blinkertje, mais, wormen), niet één keer iets gevangen.
12. Op zoek naar de muskusos in Dovrefjell
Na ons adres in Vinstra waren we inmiddels iets noordelijker getrokken en aangekomen in Oppdal. Hier hadden we het schattigste huisje ever! Helaas zouden we hier maar 2 nachtjes blijven, simpelweg omdat het zo uitkwam in de planning (een verblijf van 5 nachten is veel ongunstiger dan een verblijf van een hele week i.v.m korting op de huurprijs).
In Oppdal stonden eindelijk de muskusos en Dovrefjell op de planning. Hier keek ik vooral erg naar uit. Zouden we, na het rendier en de eland, ook de muskusos zien? De kansen waren gering, omdat de muskusossen door de warmte van de afgelopen dagen hoogstwaarschijnlijk heel hoog de bergen ingetrokken waren én we moesten het van die ene dag hebben.
Bij de parkeerplaats van de Kongsvold Fjeldstue was het druk. Ook op de klim door het bos omhoog kwamen we de nodige mensen tegen. Aan een Nederlands uitziend gezin vroeg ik of ze de muskusos hadden gespot. Dat hadden ze inderdaad, maar wel op hele grote afstand. We moesten vooral links blijven kijken en dan in de buurt van de sneeuwplekken op de helling. Eenmaal boven op de hoogvlakte was het met slechts 8 graden best koud en dus werden de jassen, truien en buffs uit de rugzakken gehaald. Renske kwam er ondertussen niet meer uit naar welk dier we nu op zoek waren: was het nu een mus, een mos of een os? Oskusmus, Uskosmos, Muskusos! We vonden in elk geval sporen in de vorm van poep en haar… dat was alvast iets!
Zoals verwacht zaten de muskusossen inderdaad hoog in de bergen en moesten we er een eind voor lopen. Maar wél met resultaat! Uiteindelijk zagen we op 2 plekken in totaal 7 stuks. Wel moeilijk te zien met het blote oog en ook de foto’s waren natuurlijk lang niet wat ik had gehoopt, maar hee, we hebben ze toch maar wel mooi gespot! Heel gaaf! Uiteindelijk was het een lange dag klimmen en wandelen, met maar liefst 12 km in de benen. Petje af voor Tieme, Renske en Daantje!
11. Rondane 2 en elandsafari
Vandaag wilden we opnieuw naar Rondane. Ditmaal bij het plaatsje Otta omhoog richting Mysuseter en dan nog een stukje tolweg naar Spranget. Voor het eerst was er een soort drukte (het was zondag) en hadden we mazzel met het laatste plekje op de overvolle parkeerplaats. Vanuit hier kon je wandelen richting het centrum van Rondane: de hut Rondvassbu, van waaruit vele wandelingen startten. Ook hier weer de opties via een halfverharde weg (maar niet voor auto’s) of een onverhard smal paadje met rotsen en stenen. Wij kozen het laatste en kwamen vervolgens ook bijna niemand meer tegen. Gezien de vermoeidheid zou Rondvassbu niet de eindbestemming worden, maar als we er genoeg van hadden, keerden we om. Ook hier was het landschap indrukwekkend, groots en leeg. Jasper vond het saai; ik vond het machtig. Bij een klein houten schuurtje pauzeerden we aan de rivier en aten we ons brood en stukken gedroogde worst. Het was een mooi punt om om te keren. De waterval Storulfossen besloten we over te slaan, omdat met name de dames geen energie meer hadden om de nog anderhalve kilometer heen en anderhalve kilometer terug te lopen.
’s Avonds aten we Tieme z’n favoriete eten: pasta met knakworst, diepvriesgroenten en rode saus. Verre van culinaire hoogstand, maar als je honger hebt smaakt blijkbaar alles. Daarna stond de ‘elandensafari’ op het programma. Tieme, Renske en ik liepen zo stilletjes mogelijk in onze donkere kleren naar de wei 750 m verderop. Reuzespannend natuurlijk! “Mama, zullen ze niet aanvallen?” en “Het zou écht leuk zijn als we ze zien!”. En we hadden geluk: er stond er een in de wei. Die schrok wel van ons en vluchtte het bos in. Wij liepen ondertussen wat dichterbij en verscholen ons aan de rand van de beplanting. Na een poosje kwam ze weer tevoorschijn. Blijkbaar vond ze onze aanwezigheid acceptabel, want ze liet zich op de ellebogen en zakken en ging door met grazen. Uiteindelijk kwam er een tweede, een jong stiertje, bij. En vervolgens nog een derde en een kolossaal exemplaar met kalfje. Blijkbaar schrokken ze van elkaar, want ze doken terug het bos in. Maar wat een mooie afsluiting van deze dag! De volgende dag keerde ik er nog eens in m’n eentje terug en iets vroeger op de avond, waardoor er betere foto’s gemaakt konden worden.
De Highlights van Noorwegen 2019
Natuurlijk zijn reisverslagen vooral ook bedoeld voor jezelf en misschien een beetje voor je naaste omgeving (mocht die al zin hebben om alles te lezen en bekijken). Maar met sommige foto’s ben je gewoon net even blijer… Die staan hier verzameld…. Zodat je dus niet alle verslagen hoeft door te scrollen 🙂
10. Rustdag en zonsondergang
Opnieuw brandde de zon volop. We besloten een rustdagje te houden en een plekje aan de rivier op te zoeken. Er moest ergens een openbaar ‘strand’ zijn. Daar werden we niet direct heel enthousiast van, dus we wilden eerst kijken of we ter plekke iets anders konden vinden. Het strandje dat we op het oog hadden bleek niet bereikbaar, maar we waren wel langs een zijriviertje gekomen dat er mooi uit zag. En wat ik eigenlijk ook een veel beter plan vond, want zwemmen is leuk, maar er stond naar mijn idee ook heel veel stroming in de grote rivier….. En waarom zag je er eigenlijk niemand in zwemmen? Het werd dus het kleinere riviertje, met stenen en stroomversnellingen. Door het stromende water hoorde je ook de relatief dichtbij gelegen autoweg E6 niet meer, dus het was een prima plekje! Iedereen vermaakte zich de hele middag met een flinke dam bouwen, waardoor het water toch nog diep genoeg werd, zodat Renske tegen de stroom in kon zwemmen.
’s Avonds staken we opnieuw de vuurkorf aan voor worstjes en marshmallows, zodat iedereen uiteindelijk toch nog weer laat in bed lag. Ik besloot om 21 uur nog naar de top van de berg te fietsen om de zonsondergang te fotograferen. Ik moest het pad naast ons huis volgen en dan 10 km omhoog. In het weitje bij ons om de hoek meende ik een eland te zien, maar tegen de tijd dat ik beter zicht had, was hij verdwenen. Op de terugweg daar goed opletten dus. De klim omhoog was heerlijk, maar ook wel een beetje stressvol met de deadline van de ondergaande zon in het vizier. Ik was dan ook eigenlijk net te laat, maar dat mocht de pret niet drukken: ik had een aantal relatief mooie plaatjes kunnen schieten. Het werd inmiddels toch wel redelijk donker, dus het werd tijd om af te dalen. Best spannend in het Noors-donker, wetende dat er schapen, koeien en wild op het pad konden staan; en daarbij opgeteld de bochten, stenen, geulen en kiezels. De vrouw, die op de heenweg naar me had zitten zwaaien bij haar hut met vuurkorf vandaan, zwaaide ook op de terugweg enthousiast. Het bracht een grote glimlach op m’n gezicht: ik genoot, net als deze vrouw waarschijnlijk, van de autonomie en het alleen-zijn.
Halverwege moest ik me nog even extra oriënteren of ik wel het juiste pad insloeg, bang om in een snelle afdaling een verkeerde afslag te nemen. Eenmaal vlakbij het weitje waar ik eerder een eland meende te zien, temperde ik m’n snelheid. En… Bingo! Maar liefst 3 elanden en een kalfje! Wat een beloning voor deze, toch al bijzondere, avond. Dat vroeg om een herhaling bij beter licht en dan samen met de kinderen!
9. Rondane 1
Na de relatieve rustdag van de dag ervoor was het weer tijd voor een wat langere wandeling. We stapten in de auto richting nationaal park Rondane. We verlieten de vrij serieuze autoweg (voor Noorse begrippen) E6 en reden via een haarspeldbochten-weg omhoog naar Høvringen. Hier startten we de wandeling langs een riviertje, dat in het begin in een diepe kloof lag. Via een klein tunnelgrotje kon je tot bij het water komen, waar de kids even met water en stenen speelden. Het was weer flink warm (30 graden), dus af en toe even stoppen bij het water is lekker. De eindbestemming van vandaag was een meer, waar zich een grote berghut bevond (je kon er ook via een halfverharde weg komen, maar dat is toch echt minder leuk). Het werd een heen-en-weertje van totaal 11.5 km. We liepen door een imposant leeg landschap: de hoogvlakte werd gekleurd door het witgrijs van het rendiermos en het groen van de lage Nothofagus-achtige-struikjes met aan de horizon hoge bergen. Daar doorheen kronkelde het riviertje dat we volgden. Wat voel je je dan nietig. Het pad was goed te lopen, maar toch maakten de stenen en rotsen, die her en der lagen, dat er geregeld werd gestruikeld. Op verschillende plekken moesten we kleine zijstroompjes oversteken. Bij een wat grotere oversteek hielden we een pauze: hier wilden Tieme, Renske en Daantje wel de hele dag blijven! Het leek een eeuwigheid te duren voor we eindelijk bij het meer kwamen. Hier probeerde Jasper wat te vissen, terwijl de kids in het water speelden. Uiteraard bleven Daantje haar kleren niet droog, omdat de waarschuwingen, om niet te diep te gaan, werden genegeerd. De weg terug ging niet helemaal vanzelf. Jasper besloot door te lopen samen met Daantje (afwisselend stukjes zittend op z’n nek) en ik liep samen met Renske en Tieme. Vooral Tieme had het toch wel een beetje zwaar (al zei hij zelf dat het goed ging). We hielden de goede zin erin en Jasper had langs het pad af en toe iets achter gelaten: een doosje met snoepjes, een volle bidon water. Toen we weer bij het beginpunt waren, had Jasper de auto alvast gehaald, dus dat scheelde weer 500m lopen. Heerlijke, maar vermoeiende dag. De pittige knoflookspaghetti en worstjes van de vuurkorf gingen er goed in!
8. Muggenbos en dammetje bouwen
Moe, van de wandeling de dag ervoor, was er weinig enthousiasme voor een actieve dag. Er werd wat in de tuin gespeeld en we maakten een korte wandeling door het bos vlakbij de hut. Het stikte er van de muggen en het paadje werd overduidelijk weinig gebruikt, waardoor het soms zoeken was en we door hoge beplanting moesten struinen. Een hele ronde was voor vandaag te ver, dus keerden we om en liepen een groot deel van hetzelfde pad terug. De verrassing was groot toen we het bos uit kwamen en we al direct ons huisje zagen liggen: Jaaaah, gelukkig, we zijn er al!
De rest van de middag werden er dammetjes gebouwd in het beekje naast ons huis, in de tuin gespeeld en een boek gelezen in de schaduw. Een lekkere en welverdiende rustdag.
Portret in Noorwegen
Portretten…. Geen voor de hand liggend onderwerp natuurlijk als je in Noorwegen bent, maar soms zijn er omstandigheden dat ik het toch niet kan laten. Zoals wuivend roodbruin gras, waarvan de aren glimmen in de zon en waardoor het allemaal kleine witte sterretjes lijken. Gelukkig is er altijd een waarvan ik weet dat ze wel te porren is voor een fotoshoot. De jongste doet graag aan alles mee, zéker als haar oudere zus anders alleen de hoofdrol heeft…. maar het resultaat wordt daardoor niet persé beter 😉
Macro in Noorwegen
Ons tweede huisje is een traditionele houten hutje hoog in de bergen, verlaten van alles en iedereen. Het is waarschijnlijk een voormalig agrarisch bedrijfje geweest, want er staat ook nog een schuur op ons omheinde perceel. Rondom het huis is een strook gemaaid, maar daaromheen is het ruig en kruidenrijk. Vol vlinders, hommels (of ‘rommels’, zoals Daantje ze noemt), bijen en vliegen. Oja, en muggen…. heel veel muggen. In de vroege uurtjes, als iedereen nog slaapt, sluip ik met m’n camera door onze tuin. Ik vermaak me hier wel!
7. King of the world
Inmiddels zijn we verplaatst van de omgeving Hardangervidda-Telemark naar het gebied ten zuiden van Rondane. We hebben afscheid genomen van Jelle, Erwin, Merel, Roos en Steen, die weer terug naar huis gingen. De week samen was veel te kort! Wat hadden we het goed, gezellig en leuk met elkaar. Zo bijzonder. De verwachte tranen bleven uit, bij de kids dan.
Aan het einde van de middag kwamen we na een lange rit aan op ons adres van deze week: een houten hut heel hoog op de berg, verlaten van alles en iedereen, op een groot omheind perceel. En met ons eigen stuk bos vol geheimzinnige paadjes, een verborgen schommel en onze eigen snelstromende privé-beek! Oja, en er zijn muggen….. heeeeeeel veel muggen!
Op de eerste dag hier werd er eerst flink uitgeslapen; blijkbaar is het toch wat saaier met vijf man i.p.v. met tien en is er minder drang om de dag zo vroeg mogelijk te starten; bij de kids dan. ’s Middags maakten we een prachtige, maar pittige wandeling. De eventueel mogelijke tocht van 13 km zouden we never-nooit-niet halen, hadden we al snel door, dus we sneden een flink stuk af. Maar nog steeds bleven er 8 zware kilometers over, met veel lastig klimmen, veel lastig dalen en veel stenen en rotsen. Maar wauw, wat was het mooi!
De grootste beloning van die dag was wel het enorme imposante rendier, dat ons vanaf zijn bergtop al een eeuwigheid stond te aanschouwen, zich waarschijnlijk verbazend over de felgekleurde hoedjes en het continue gekakel dat daaronder vandaan kwam. We probeerden zo dichtbij mogelijk te komen om een goede foto te schieten (juist vandaag had ik m’n zoomlens thuis gelaten), maar het dier was weinig onder de indruk en leek nog eerder in de aanval te willen gaan, dan dat hij z’n bergtop vluchtend zou verlaten. Nóg dichterbij durfden we dan ook niet.
Al met al was een pittig dagje, maar wel een waar we allemaal van hebben genoten!
6. Nóg meer regen
Het einde van de week, samen met Jelle en Erwin en de kids, kwam in zicht en het weer was nog steeds niet al te best. Na de nodige regen ’s ochtends werd het eindelijk een beetje droog en besloten we vanuit het huisje een wandeling te maken, een tocht van een kilometer of acht. Zodra we bij de eerste splitsing stonden, op tien minuten van ons huis, begon het weer te regenen. Het duurde een eeuwigheid voor we iedereen in regenjasjes en regenbroeken gehesen hadden, maar die moeite durfden we ons niet te besparen, want het zag er uit alsof het nog wel even zou blijven regenen. Jelle en Steen besloten in elk geval terug te keren. Met de overige acht maakten we een prachtige wandeling! Veel klimmen, veel smalle paadjes, door berkenbos met houten loopbruggetjes en over hoge bergtoppen met prachtig uitzicht. Toen we bijna thuis waren, bij dezelfde splitsing als op de heenweg, begon het na een kort droog moment, opnieuw gestaag te regenen. M’n regenkleding bleek de functie van water-tegen-houden te zijn verloren en voor Daantje was de grens bereikt na de lange en natte wandeling en ze voegde nog wat waterlanders toe aan alle nattigheid. Gelukkig was het toen niet ver meer en wachtten thuis de warme soep, douche en thee.
5. Regen, regen, regen
Op zaterdag hadden we dan toch echt alleen maar regen, regen en nog eens regen. Aan het einde van de ochtend – begin van de middag leek het iets mee te vallen en wilden we met een aantal toch even een frisse neus halen en de berg aan de overkant op. Daantje was de eerste die riep dat ze mee wilde. Verder gingen Erwin, Steen en Jasper mee. De andere dames bleven thuis. Op zich geen gek idee, want gaandeweg de tocht ging het steeds harder regenen en waaien. De top van de berg lag verstopt in de wolken en van het uitzicht was helemaal niks te zien. Het was er wel heel erg koud en nat. Schuilend in de luwte van het gebouwtje behorende bij de zendmast, aten we gauw een boterham en daalden toen snel weer af. Na de tocht van 7 kilometer waren we alle vijf behoorlijk doorweekt, dus die warme thee ging er goed in!
1. Reis
De reis naar Noorwegen hadden we opgeknipt in drie delen. De eerste overnachting hadden we in het noorderlijkste puntje van Duitsland in het plaatsje Handewitt. Jelle en Erwin hadden in hetzelfde plaatsje een overnachting geboekt en dus konden we gezellig met elkaar eten. Dat werd een grote schnitzel, vlees nu het nog kon!
De volgende ochtend vertrokken we op ons gemakje naar het noorden van Denemarken, met op een uur voor de eindbestemming nog een geplande stop in het bos Rold Skov, waar kromme knoestige bomen stonden. We picknickten er en maakten er een wandeling.
’s Avonds aten we in Bronderslev bij een soort van pizzeria/hamburgertent, waar we overjarig bier dronken, dat ergens onderuit een kast tevoorschijn was gekomen.
De volgende ochtend moesten we vroeg op, om op tijd bij de boot te zijn. Netjes om 7.45 uur stonden we in rijen opgesteld, die links en rechts van ons de boot op mochten. Twee rijen bleven staan: onze rij en die van Jelle en Erwin. Achterin de auto brak de paniek uit…. ze zouden ons toch niet vergeten??? Met nog slechts 4 auto’s achter ons, mochten we dan toch eindelijk ook inschepen. De kans dat we nu nog een plekje voor tien man zouden kunnen vinden was vast nihil.
Op weg naar het dek kwamen we stomtoevallig ineens bekenden tegen van school! Daar hebben we gezellig een kopje koffie mee zitten drinken en reisplannen en tips uit zitten wisselen. Verder brachten we de tijd lekker in het zonnetje op het dek door, wat een mazzel hadden we met het weer!
Na aankomst moesten we nog zo’n drie uur rijden. Na telefonisch contact met de eigenaar kregen we de instructies om het huis in te komen (met 10 man liepen we te spoorzoeken in de schuur) en bleek het echt het mooiste huisje ooit. Hier houden we het wel een weekje vol!
2. Het Sherpa-pad van de Falkenuten
De eerste dag in Noorwegen besloten we de Falkenuten te beklimmen, want vandaag zagen de weersvoorspellingen er goed uit. In een lange rij beklommen we de traptreden en verbaasden ons erover hoe die grote stenen de berg op waren gesjouwd. Onderweg konden we nog een geocache meepakken, die Renske heel snel vond. Het einddoel was een meertje, waar Steen al bij de eerste worp een forel uit het water hengelde. Erwin, Roos, Renske en Daantje liepen ondertussen verder omhoog naar de sneeuw.
Voor de terugweg namen we een andere route. Hier was het af en toe zoeken naar een niet-bestaand pad, struinend door nattigheid en lage struikjes. Dat maakte het extra zwaar, zodat iedereen blij was toen we eindelijk weer op de weg uitkwamen.
De beloning was nog even pootjebaden in een mooi stroompje vol rotsen en ’s avonds versgevangen spekforelletjes en gepofte aardappels van het vuur.