Na drie dagen binnen zitten waren we blij dat het vandaag eindelijk droog was en zelfs heeeeel soms de zon zich een heel klein beetje liet zien… elke keer slechts een paar minuutjes, maar toch wel fijn.
We gingen de bergen in richting een top hier vlakbij en waar we een paar jaar eerder ook al eens waren geweest. Van die tocht wisten we dat we tweemaal een riviertje over moesten steken via grote keien en dat die oversteek vandaag cruciaal zou zijn of we überhaupt aan onze tocht konden beginnen. Bij de eerste oversteek zagen we al direct dat die onmogelijk zou zijn: het riviertje was na alle regen een bulderende kolkende massa geworden; onmogelijk en levensgevaarlijk om over te steken. We liepen een half uur stroomafwaarts, waar we wisten dat de oversteek veel breder en mogelijk dus ook rustiger zou zijn. Ook daar bleken de keien volledig onder water verdwenen, maar dit was misschien wel te doen. Jasper deed eerst een check of het haalbaar was, ook voor de kinderen. Behalve dat het ijs- en ijskoud was, bleek het te doen. Er zat niks anders op: schoenen uit en waden. Vol enthousiasme (not) werd het plan ontvangen.
Niet alleen de rivier was een XXL-hoeveelheid water, ook de paadjes waren stromende beken geworden. Daar hadden we allemaal de balen van: alles was spekglad en we liepen voortdurend te zoeken naar stenen (die dus glad zijn) om niet tot voorbij de enkels in het water of de blubber te verdwijnen. We zouden naar de top Hallingnatten lopen, maar we hadden er eigenlijk geen van allen nog zin in. Na een pauze besloten we om te keren en terug naar de auto te lopen…. Na eerst dus nog een keer die rivier over te steken.
Al met al toch nog een tocht van 10 km.