Stipt 9 uur vertrokken we uit Velp richting Haderslev in Denemarken. De auto was weer traditiegetrouw vol gepakt. Traditiegetrouw stopten we op hetzelfde bospaadje voor een kop koffie en een stroopwafel. Het was meer toeval dan gepland, maar het gebeurde inmiddels voor de derde keer, dus toch een soort van toevallige traditie. Ook traditiegetrouw stonden we bij Hamburg in de file, maar minder ernstig dan de voorgaande jaren. Na Hamburg pauzeerden we uitgebreid met broodjes gezond en konden we er daarna weer tegenaan voor het laatste stuk. Voor het derde jaar op rij hadden we een cabin geboekt bij de hostel in Haderslev. Na een biertje liepen we naar de pizzeria in het centrum. We bestelden er vijf verschillende pizza’s en daarna deden we de grote wisseltruc, tot groot vermaak van het (Noorse) echtpaar naast ons. We raakten uitgebreid met elkaar aan de praat. Ze snapten er niks van dat we richting Sand gingen, dat stond nu niet echt bekend als fraai Noorwegen.
De volgende dag regende het. We hadden dan ook niet heel veel haast om te vertrekken. Om de tradities voort te zetten reden we eerst naar het haventje, waar we tot nog toe elk jaar ontbeten. Dit jaar was het een vlotte stop en reden we snel door omdat het regende. We hadden al gezien dat het noordelijker droger was. Op google maps zag ik een gebied dat er wel interessant uit zag. Daar scheen bovendien de zon. We aten er de restanten pizza en een chocolademuffin.
Vandaaruit was het nog 2enhalf uur rijden naar Hirtshals, waar we rond 15.30 uur aan kwamen. Het was niet heel warm, het waaide hard, maar de zon scheen! We liepen dus nog even het strand op, waar de Tieme, Renske en Daantje in de golven speelden.
De volgende dag moesten we uiterlijk om 8.30 uur ingecheckt zijn bij de boot, maar al ruim voor de haven stonden we in de file. Mannen in gele hesjes stonden auto’s een richting op te sturen en af en toe werd iemand terug gestuurd. Totaal onduidelijk op basis waarvan. De rijen bij het inchecken waren door het oponthoud van te voren, wel heel kort: we konden in 1x doorrijden. Maar daarna stonden we, ook traditiegetrouw, wel weer gewoon in de rij die als laatste de boot op mocht. Hoe vroeg we er ook zijn…. We mogen altijd pas als laatste de boot op. Bizar. Gelukkig konden we wel ons vaste plekje op het dek terecht. We rolden onze picknickkleden uit tegen de wand. En nadat de boot vertrokken was, was het tijd voor ons uitgebreide ontbijt met broodjes gezond. Het was lekker in de zon en uit de wind, maar de golven waren wel veel forser dan anders. En er waren wel heel veel nerveuze honden aan boord, die onafgebroken tegen elkaar aan het blaffen waren. Een Beagle naast ons wist van geen ophouden. Gelukkig ging de eigenaresse uiteindelijk ergens anders zitten en was het verder een fijne overtocht. We kwamen aan in Kristiansand in plaats van Langesund, een half uurtje korter varen. Daarna moesten we nog 5enhalf uur rijden naar het Mosvatnet. Hoe westelijker we kwamen hoe slechter het weer werd. Maar gelukkig was het droog toen we aankwamen op de parkeerplaats. Hoewel droog een groot woord was, want in no-time waren onze schoenen doorweekt toen we naar de hut liepen. Niet eerder was het zó nat (behalve dan toen het meer heel hoog stond en de rotsen van het pad onder water lagen). Het was weer erg vertrouwd zo, ons hutje. Hoewel er wel wat veranderingen waren nu er stromend water was, een badkamer en 2 toiletten! Met dit slechte weer toch wel aangenaam.