Ook de laatste dag brak al vroeg aan, vanwege de nodige herrie op straat. Elk kwartier stond er iemand op een bel te hameren leek het. En het verkeer, een soort trekkers, kwam met brullende motors onder m’n raam door. Ik had van te voren een heel andere voorstelling gemaakt bij de “ochtend-tempelgeluiden”, die me waren beloofd.
Om 8 uur ging ik naar beneden voor het ontbijt: 2 sneeën toast, twee gebakken eieren, een schaaltje fruit en wat yoghurt. Daar had ik wel een dubbele portie van gelust! Na het ontbijt ging ik de stad in, lekker dwalen en slenteren. Het harde zonlicht maakte het weinig ideaal om te fotograferen. Ik had gisteren al veel van de oude stad gezien dacht ik, maar stomgenoeg had ik het belangrijkste plein, Durbar Square, volledig gemist. Ik had van te voren wel al een citytour uitgezet in m’n Garmin, maar die zat onderin m’n grote rugzak en die wilde ik echt niet meer uitpakken. De volhardende stadsgidsen, die me maar wat graag de stad wilden laten zien, had ik ook afgehouden. Ik wilde gewoon lekker zelf doelloos dwalen, dan maar iets minder informatie en compleetheid.
Om 12 uur moest ik uitchecken. Ik sprak af dat de hoteleigenaar een taxi zou regelen vanmiddag en dat ik m’n spullen zolang kon laten staan. Ik had niet zo’n zin meer in geslenter en ging koffie drinken op het randje bij m’n guesthouse, just sit and watch. Er was zoveel te zien (en te fotograferen) dat ik nauwelijks aan m’n koffie toe kwam. Een bonte stoet van mensen verplaatste zich over het plein of hing op plateaus en muurtjes langs de randen van het plein. Ik vermaakte me meer dan prima en vond al die kleurrijke mensen misschien nog wel mooier dan de oude stad zelf.
De dames-in-roze hingen ook weer rond. Gisteren had ik me al drie armbandjes laten verkopen door de meest vasthoudende dame, terwijl ik eigenlijk haar concurrente had beloofd dat vandaag pas te doen als ik zeker wist dat ik genoeg geld over had. Daar voelde me wel wat schuldig over. Na het zorgvuldig tellen en reserveren van geld voor een taxi en maaltijd, kocht ik nogmaals 3 stuks voor 400 NRP bij de goedlachse en vrolijke dame. Ik gunde het haar echt, ook omdat ze niet verder had aangedrongen nadat ik had gezegd dat ik later bij haar terug zou komen.
’s Middags ontstond nog een hilarische situatie toen de vasthoudende en meest opdringerige drie van het stel armbanden probeerde te verkopen aan twee Franse jongens die naast me koffie zaten te drinken. Zij sloten uiteindelijk een deal van 2 armbanden voor 500 NRP. Ik hield m’n mond, maar de verkoopster keek mij lachend aan en verklapte de jongens dat ik voor diezelfde prijs drie stuks had gekregen. Ze keken me beteuterd aan: “Nooooo, réally?!?”
Als lunch at ik homemade frietjes en dronk een milktea. De laatste. Ondertussen had ik een vermakelijk gesprek met de eigenaar van het hotel. Over de dames buiten, over m’n camera, over het toerisme (slechts 4 van z’n acht kamers bezet) en hoe hij gisterenavond had gezien dat ik z’n stoel had meegenomen van het terras, bij gebrek aan een statief. Hij had het erg grappig gevonden. Ik maakte de grap dat ik even had overwogen z’n stoeltje mee te nemen naar Durbar Square. Daar moest hij hartelijk om lachen. Het alleen-reizen maakt het zoveel makkelijker om contact te maken met mensen. Wat geniet ik daarvan!
Zo maakte ik ook nog een mooie foto van de twee armbandjes-dames, moeder en dochter. Uit verlegenheid of bescheidenheid lachte haar moeder op de eerste foto niet; ik liet ze de foto zien en de moeder gebaarde dat de foto opnieuw moest. Het werd een vrolijk en kleurrijk plaatje. Voor mij een mooie herinnering aan een van de vele mooie ontmoetingen.
Om 16.15 uur was het tijd om richting het vliegveld te gaan. Netjes op tijd stond de taxi voor de deur en ruim op tijd was ik op het vliegveld, waar ik nog de nodige uren te overbruggen had. Pas om 20.00 uur zou m’n vliegtuig de lucht in gaan. Ik hield me bezig met nog wat verslagjes schrijven, m’n foto’s bekijken en mensen kijken. Verder was er weinig te doen. Met m’n allerlaatste 1500 roepie kocht ik een pakketje thee en was zo precies door m’n geld heen. Goed gepast dus!
In het vliegtuig had ik een plekje aan het raam. Er zat een man naast me met een onaangename geur en hij nam nogal veel ruimte in met z’n ellebogen over de leuning heenhangend en z’n benen wijd tegen die van mij aan. Irritant. Na 5 uur vliegen kwam ik midden in de nacht aan op Dubai. Daar had ik een lange overstap van ruim 5 uur. Een deel van de tijd ging op aan verplaatsen: een transfer met een bus die echt een eeuwigheid onderweg was van de ene terminal naar de andere terminal en daarna nog een kilometer of drie lopen. Omdat het verschrikkelijk druk was ter hoogte van mijn gate, ging ik heel ergens anders zitten en vond daar stoelen waar ik een beetje op kon hangen. Even later wist ik zelfs een ligstoel te scoren en doezelde ik zowaar een kort momentje even weg.
Om 4.15 uur stapte ik op de grote boeiing van Emirates voor de laatste zeven uur van m’n reis. Naast me zaten twee Chinezen die zo’n beetje de hele vlucht sliepen. Ik sliep helemaal niet, maar luisterde muziek, keek een serie op Netflix en hield zo lang mogelijk m’n plas op, omdat ik de mannen naast me niet wilde wakker maken. En ik ergerde me aan een man die z’n zinnen had gezet op de lege stoel voor me; daar mocht hij wel zitten, maar dan moest hij bijbetalen. Vervolgens ging hij zich vreselijk aan zitten stellen over dat hij rugpijn had, niet kon zitten en duizelig was… een groot dramatisch toneelstuk werd opgevoerd. Toen het lampje van de gordels ging branden vanwege turbulentie moest hij gaan zitten. En zo kreeg hij z’n zin. Meerdermalen werd hij daarna verzocht terug op z’n plek te gaan zitten, maar hij bleef z’n toneelstukje opvoeren. Triest zo iemand… betaal dan gewoon bij.
Ik zag de zon weer opkomen. Nog steeds wakker. Ik telde de uren en de minuten af. Ik keek er ontzettend naar uit om m’n gezin te zien! En toen doken we eindelijk door de wolken en zag ik Amsterdam verschijnen. Zodra het vliegtuig was geland liet ik Jasper weten dat ik weer op de grond stond. Hij was nog onderweg. Maar gezien ik heel lang op de bagage moest wachten (ik werd al nerveus), was er niks aan de hand. Zodra ik door de schuifdeuren liep stonden daar Tieme, Renske en Daantje met een groot spandoek, met Jasper en m’n ouders ernaast. Wat fijn om iedereen weer te zien en te kunnen knuffelen!! En wat een fantastisch spandoek. Ik denk dat veel mensen even zijn blijven staan om te kijken.
Het avontuur zit er op. Man, wat heb ik genoten! Wat een fantastisch mooi land en wat een prachtige mensen. Ik heb me als vrouw-alleen geen moment onveilig gevoeld. Ik had me van te voren voorgenomen alles open-minded aan te gaan, geen vooroordelen, geen angst, geen ongemak, maar alles gewoon te nemen zoals het komt. Dat is behoorlijk goed gegaan. Geen enkel moment heb ik gedacht: “o help, waarom doe ik dit?”. Ik heb genoten van A tot Z en met dikke vette hoofdletters.
Zo alleen zonder m’n gezin is ook meegevallen, de moeilijke momenten zijn uitgebleven, zelfs toen ik bovenop de pas stond, zelfs toen ik afscheid nam van de groep en alleen verder ging. Leve de internetverbinding en het daardoor veelvuldig contact kunnen hebben; dan is de wereld eigenlijk best klein.
Ik weet niet of deze reis ‘once in a lifetime’ was, want wauw, wat was het mooi. Ik ga die onbevangenheid, de ontspannenheid, het relativeren en het gevoel van de wereld aankunnen, proberen vast te houden.