21. Een lange rit 7 mei

Vandaag had ik een lange rit voor de boeg en ging ik terug richting Kathmandu. Om 6.30 uur schoof ik als eerste en enige aan bij het ontbijt in het hotel. Ik had een half uurtje om te ontbijten en moest dan richting het busstation, want de bus vertrok al vroeg, om 7.30 uur. Chhiering had een busticket geregeld voor een toeristenbus van Pokhara naar Kathmandu, die maar liefst 4x zo duur was als de busreis met een lokale bus, namelijk wel 1000 NRP (= 7 euro). Voor die 7 euro mocht ik maar liefst 10 uur lang hobbelen in de bus en was ik verzekerd van een zitplek. Dat was me dat 4x dure kaartje dubbel-en-dwars waard ????. De wijze waarop ik de ticket kreeg was overigens wel hilarisch: ik kreeg via whatsapp een (slechte) foto van een papiertje doorgestuurd en dat was m’n bewijs waarmee ik in de bus kon stappen.

Het hotel had een taxi voor me geregeld en die stond al ruim een kwartier voor de afgesproken tijd op me te wachten. Ik gaf aan de taxichauffeur door welke busmaatschappij en busnummer ik moest hebben en zoals ik inmiddels al vaak had ervaren in Nepal (Nepalezen willen je ten allen tijden helpen) ging hij op zoek naar de juiste bus en zette me daar recht voor de deur af. Ik liet m’n telefoon met foto van m’n ticket aan de buschauffeur zien en checkte nogmaals of het inderdaad de juiste bus was, want Chhiering had gezegd dat het een oranje bus was en deze was blauw. De buschauffeur liep met me mee de bus in en wees me de juiste stoel, op de een na laatste rij achterin. Hij bleef nog even met me kletsen en wilde m’n naam weten, waar ik vandaan kwam, wat ik had gedaan en hoe de rest van de reis eruit zag. Ondertussen druppelden er steeds meer mensen de bus binnen: het was weliswaar een toeristenbus, maar ik was toch echt de enige toerist; ook veel Nepalezen kozen toch liever voor een iets comfortabeler manier van reizen op die lange afstanden… ‘íets comfortabeler’…. Want zéker geen luxe en nog steeds totaal onvergelijkbaar met zelfs de meest schrale en uitgeleefde stadsbus in Nederland. Maar ik kon in deze toeristenbus in elk geval zitten zonder dat m’n knieën geplet werden tegen de stoel voor me, al hield het niet over qua ruimte. En er was weliswaar airco, maar die gebruikte de chauffeur pas toen het echt te stoffig werd om de raampjes open te houden. De vering ontbrak nagenoeg en de volgende dag had ik overal blauwe plekken op m’n benen, armen en schouders. De Nepalese hoofdweg van Pokhara naar Kathmandu is denk ik voor 50% onverhard en bestaat uit rotsen, stenen, kuilen en zand: de afstand tussen beide steden is 200 km en daar doe je dan 10 (tien! TIEN!) uur over.

De bus vertrok netjes op tijd. Om na een half uur weer op exact hetzelfde busstation terug te keren. Goed, dit schoot niet heel erg op dus; blijkbaar had ik ook een half uur later nog kunnen instappen. Tijdens het rondje door Pokhara waren er nog diverse mensen her en der ingestapt. En zo was er inmiddels ook een man naast me komen zitten, wat toch wat krap voelde, opgesloten tussen hem en het raampje. Gelukkig had ik er aan gedacht om een klein tasje met spulletjes te pakken, waaronder m’n koptelefoontje, wat te eten en te drinken.

Elk uur á anderhalf uur stopte de bus even en konden mensen naar de wc of wat te drinken kopen. Ik had voldoende mee onderweg en bleef lekker in de bus. De achterste rij direct achter m’n stoel was nog leeg, dus na een tijd verplaatste ik toch maar een plekje naar achteren; het gehobbel zou weinig verschil maken of je nou op de een-na-laatste of op de laatste rij zat. Maar de ruimte om me heen was van korte duur: er stapten zowaar 3 blanke reizigers in en die kwamen naast me op de laatste rij zitten. Na het wisselen van wat woorden in het Engels, bleken het twee Nederlanders (en een Fransman denk ik) en konden we verder in onze eigen taal. Zij waren in Bandipur geweest en hadden er onder andere de wandeling gelopen, die ik aanvankelijk ook van plan was geweest. In m’n hoofd maakte ik een sommetje over de reistijd en kwam tot de conclusie dat ik blij was dat ik Bandipur had geskipt van m’n lijstje. Daardoor had ik m’n reis nu gecomprimeerd tot 1, weliswaar héle lange reisdag, in plaats van 2 iets minder lange, maar nog steeds lange, reisdagen.

Rond een uur of 14 stopte de bus bij een eetgelegenheid langs de weg voor de lunch. Ik kende het fenomeen van de heenweg richting de Himalaya met de jeep: je betaalt een bedrag van 400 NRP (circa 3 euro) en vervolgens kun je rijst, linzen, curry, fried noodles, rauwkost en kip van het buffet pakken. Ik bleef weg bij de kip en de rauwkost, maar de rest zag er goed uit. Ik ging aan het tafeltje bij de Fransman zitten, die in z’n eentje zat. Al vrij direct kwam de buschauffeur naast me zitten en hij begon uitgebreid te kletsen en vragen te stellen. Hij voorzag me nog van yoghurt en een andere curry (hij had blijkbaar een special treatment als chauffeur of ik had eroverheen gekeken bij het buffet).

Rond 17 uur kwamen we eindelijk aan in Kathmandu. Het was een lange, helse en hobbelige rit geweest. Al m’n organen waren ge-reshuffeld en meerdermalen had ik me hard gestoten na stukjes vrije val na een lancering vanaf m’n stoel. Ik stapte behoorlijk gaar uit de bus. Direct stonden er 6 mannen zo ongeveer onder m’n oksel te roepen of ik een taxi nodig had en waar ik heen moest. Tegelijkertijd stond er een groep zwerfkinderen een naakte magere baby onder m’n neus te drukken en ook om m’n aandacht te vragen. Voor het eerst in Nepal werd ik boos en zei dat iedereen weg moest en z’n gemak moest houden. Ja, ik had een taxi nodig, maar NIET NU! Eerst wilde ik m’n tas uit de bus, alles omhangen en dan pas praten. GA WEG! Dat leek te helpen.

Ik onderhandelde met wat chauffeurs. Chhiering had gezegd dat het ongeveer 300 NRP zou kosten naar het hotel in Kathmandu. Maar onder de 400 leek niet te gaan lukken en ik was moe, dus ik vond het allang prima. Door het zotte chaotische spitsverkeer van Kathmandu bracht de taxi me tot vlakbij het hotel. Chhiering had er een kamer voor me gereserveerd naast dezelfde kamer als aan het begin van de reis. Het was een goede beslissing geweest eerst nog een nachtje hier te verblijven vóór ik naar Bhaktapur ging, want ik had echt geen zin gehad nu nog een uur in een taxi te moeten zitten naar een onbekende plek. Ik dronk koffie bij het vertrouwde tentje naast het hotel en at dal bath en dronk een cocktail in het restaurant daar weer naast, ook bekend terrein. Om 20 uur checkte ik online in op m’n vlucht en begon ik in m’n hoofd al na te denken over de reis terug naar huis…..    

      

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *