Midden in de nacht was ik nog naar de wc geweest (ik koos voor het hurktoilet buiten, i.p.v het zittoilet dat aan onze kamers grensde, omdat die frisser was en meer privacy bood, gezien er een groot raam in de deur zat, zonder glas of gordijn) en had toen al gezien dat het sneeuwde. Dat zag er weinig veelbelovend uit voor de volgende dag.
Onze kamer lag naast die van de Oostenrijkse/Duitse groep. Zij stonden voor 6 uur al op en dus waren wij ook vroeg wakker. Voor het eerst tijdens de trekking mochten we met z’n vieren in de keuken eten, lekker warm bij de kachel, gezellig en ontzettend leuk om te zien. We aten chocolade-pancake. Maar geen idee waar de chocola was. De pannenkoek was wel mega-dik in elk geval en lag als een blok op m’n maag. Sowieso was ik weer een fase teruggezakt in het diarreegebeuren. Superirritant.
We hoorden de weersvoorspelling voor de komende dagen: het zou drie dagen sneeuwen/regenen. Ook hoorden we dat de Larkya La Pass de afgelopen avond dicht was gegaan; er was nog ruim anderhalve meter sneeuw bij gevallen. We hadden in die zin dus echt wel mazzel gehad; een dag later en we hadden kunnen omkeren.
Om 9.30 uur startten we in de sneeuw met onze tocht: ongeveer 4 uurtjes lopen en vooral dalen. M’n knieën moesten er een beetje inkomen, nadat we de dag ervoor ook al veel aan het dalen waren geweest. Een hele tijd liepen we in een witte wereld en sneeuwde het constant. Van de beloofde hoge pieken en de Manaslu was wederom niks te zien. Na verloop van tijd, toen we laag genoeg waren, ging de sneeuw over in regen. En de wereld werd tegelijkertijd ook groener. We gingen een prachtig bos in, met bomen met mos en bloeiende rhododendrons. Prachtig! Ondanks de regen pakte ik toch een paar keer m’n camera uit m’n tas, maar lang niet zoveel als ik had gewild. Er werd weer stevig doorgestapt door m’n reisgenoten. Ik deed het iets rustiger aan, want ik wilde toch echt ook een beetje om me heen kijken en dat lukt niet als je zo snel mogelijk de afstand wil afleggen over een technisch paadje vol rotsen. Ik deelde vandaag duidelijk niet het competitiegevoel van de anderen. Chhiring bleef bij me in de buurt en genoot van mijn enthousiasme over de bloeiende rhododendrons. Hij moedigde me aan een foto te maken van een mooie boom, terwijl hij ondertussen m’n rugzak met knaloranje regenhoes in m’n beeld zette en er zelf pontificaal naast ging staan in z’n blauwe plastic zak. Ik moest er inwendig erg om lachen en maakte voor hem toch maar de foto (hij deed zo z’n best).
Na 2enhalf uur lopen dronken we thee en probeerden we onze kleding te drogen bij de kachel. Het was ellendig om daarna de natte kleding weer aan te trekken. En dat voor slechts 3 kwartier, want dan zouden we wéér stoppen en lunchen. M’n knieën hadden ook moeite met het stoppen en weer opstarten. Voor de lunch had Chhiring alvast vooruit dal bath besteld; hij vond het blijkbaar tijd worden dat we nu toch echt eindelijk eens aan de dal bath zouden gaan. Het was superlekker! De ruimte in de lodge was krap, samen met 4 anderen (een Nederlands stel en een Zwitsers stel), vooral omdat overal natte kleding en rugzakken lagen, stonden en hingen, zoveel mogelijk rond de kachel. We waren net klaar met eten toen ook de Amerikaanse groep nog binnenkwam. Dat paste nauwelijks (bovendien komt er dan ook wel wat binnen….. bescheidenheid is ze vreemd). We trokken dus gauw onze nog drijfnatte kleding aan om het laatste uur te lopen.
In de lodge kregen Sjoerd en ik elk weer een eigen kamer. Eigenlijk wel fijn. En nog beter: we hadden een eigen (hurk)toilet en dat was gezien mijn verslechterende hoedanigheid best welkom! Verder was het een ijzigkoud hokje. Ik spande een waslijntje om m’n natte zooi op te hangen, maar ik had er weinig vertrouwen in dat het zou drogen. De lodge had geen kachel, dus daar drogen was ook geen optie. Helaas had de lodge ook geen WiFi; het was inmiddels maandag en sinds vrijdag had ik geen contact meer gehad met het thuisfront. Ik wilde eigenlijk graag laten weten dat alles okee was en dat ik goed de pas over gekomen was… Chhiring bood aan om met zijn telefoon een sms te versturen, waar ik dankbaar gebruik van maakte. Het duurde lang voordat het berichtje verzonden werd, maar het lukte! En Jasper stuurde gelukkig een sms ter bevestiging terug. Ik was er erg blij mee.
De middag brachten we door met thee en appelcider / bier drinken, pinda’s en popcorn eten en armbandjes maken, foto’s uitwisselen en lezen. Alles met een dikke jas aan en een muts op ons hoofd. ‘s avonds ging de pizza er goed in. We hadden nog maar één loopdag te gaan; het einde kwam in zicht!