13. Samdo-Dharamsala (4.400m) 29 april

Het was de laatste dag voor we de pas zouden oversteken en we klommen door, van 3.865 naar 4.400 meter. Het was geen lange etappe en ook de hoogtemeters vielen me ontzettend mee. Het ging allemaal niet heel snel, maar evengoed haalden we weer veel groepen in. Toch grappig, we startten elke dag een uur later dan de rest en raapten ze dan onderweg ergens op. 

We vertrokken rond 9 uur uit Samdo en al snel buiten het dorp zagen we bergmarmotten. Ik deed een poging ze op de foto te krijgen, maar telkens was ik net te laat. Lakpa, onze porter, deed z’n best om ze op te sporen. Uiteindelijk zag ik er eentje bovenop een lichtgrijze rots zitten. Met een hoop bombarie waarschuwde hij z’n soortgenoten, maar ik had hem op de foto. Ik schoot ook nog enkele filmbeelden van gieren. Ik had ze echt wel heel veel gezien de afgelopen dagen, maar het bleef een imposant gezicht.

Toen ik weer aansloot bij de groep, stonden ze net bij een verkoopster uit Samdo. Ze zat daar met een kleedje met koopwaar: water, koekjes, armbandjes en warme mutsen. Sjoerd had zojuist een muts gekocht en ineens vond ik dat ook een heel goed idee. Voor 500 NRP kocht ik een grijze Nepalese wollen muts, heerlijk warm gevoerd! Het bleek een goede impulsieve aankoop bleek de dagen erna.

Chhiering had ons ’s ochtends mooie ‘panoramic views’ met witte pieken rondom beloofd. Daar kwam niks van terecht. Het was niet de strakblauwe lucht waar we op gehoopt hadden. Alle bergtoppen lagen verstopt in een dik wolkendek. Waaruit het al snel begon te sneeuwen. In een soort overkapte schuilplek trokken we de regenjassen aan en verpakten de rugzakken in regenhoezen. We moesten hier en daar over besneeuwde ijzige paadjes en daar had ik de enige ‘valpartij’ van de hele trekking: Chhiering gleed onderuit en nam mij bijna mee in z’n val. Ik bleef netaan staan, maar bij de volgende stap ging ik alsnog, toch uit balans gebracht. Verder was het een val zonder erg.

Om 12 uur kwamen we aan in Dharamsala, een nogal deprimerende plek en de laatste plaats op 4.400 meter vóór de pas-oversteek. Er stonden wat barakken en tentjes in een grijze besneeuwde wereld. Het sanitair bestond uit een schuurtje van gestapelde stenen, met twee hurktoiletten. De deur was niet meer dan een houten plaat, die je een beetje provisorisch dicht kon maken met een stukje touw, maar wat precies niet goed sloot. Binnen in het kotje bestond de grond uit keien, met daarop een gladde ijslaag. Ik wilde niet teveel nadenken over wat er nou precies bevroren was. Het was in elk geval zaak om niet uit te glijden en met je gat in het gat en de derrie te vallen. Bwehk…..  

Ons slaapvertrek bevond zich in de barakken. Aanvankelijk had Chhiering het idee ons met z’n vieren in één ruimte te plaatsen, vanuit de gedachte dat het dan nog een beetje warm zou zijn. Ik vond alles prima, maar kon me er ook goed in vinden toen Karianne en Marleen aangaven toch liever wat meer ruimte te hebben en twee aan twee te slapen. Dat was eigenlijk wel een goed idee, want de ruimte bestond uit niet meer dan vier matrassen op planken en stenen en daarvoor een smal strookje van 30 cm stenen, waar net aan je schoenen en rugzak pasten.

Gezellige barakken
Wc-schuurtje
Knus en warm slaapvertrek (not)

Eigenlijk was Dharamsala gewoon koud, ellendig en somber. Not the place to be.
En daar moesten we ons nog de hele middag zien te vermaken. In de kou. Want er was niks verwarmd. Er was één centrale ruimte met wat gammele bankjes en plastic tuinstoelen. Daar verzamelden de groepen zich. En zo werd het nog een beetje warm.

Met z’n allen bij elkaar om het nog een beetje warm te hebben
Tijdverdrijven met armbandjes maken

Samen met nog een Nederlandse groep en de groep Amerikanen zaten we opeen gepakt. Sjoerd haalde z’n kralen tevoorschijn en in no-time zat iedereen armbandjes te maken, inclusief onze gids Chhiering. Verder las ik een boek en luisterde muziek, teruggetrokken in een hoekje op de houten wiebelbank. Rond 18 uur gingen we eten en werd het een grote stoelendans: de groepen die nog niet gingen eten moesten plaatsmaken voor de eters, in dit geval de Amerikanen. Maar vrij snel daarna kwam ook ons eten en moest er weer geschoven worden. Alle groepen kregen hun briefing over de volgende dag en al snel hadden we in de gaten dat wij een luxe ontbijt- en vertrektijd hadden: 4.30 u ontbijt en 5.00 u vertrek. Wij zouden als laatste vertrekken, wel tot anderhalf uur later dan sommige andere groepen!

Ik dook met m’n thermokleding, een muts op en sokken aan in m’n slaapzak met thermolaken en m’n stalen fles heet water als kruik. We hadden ook nog dekens gekregen, maar die stonken echt als het laatste oordeel. Gelukkig bleek ik ze niet nodig te hebben en had ik het zelfs zo warm dat ik halverwege de nacht m’n dikke thermoshirt en sokken uitdeed. Het werd een kort en onrustig nachtje.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *