Ik had ‘s nachts niet al te best geslapen. Ik was veel langdurig wakker geweest en had onrustig gedroomd. Ruim voor m’n wekker (6 uur) was ik wakker en begon ik met de gebruikelijke routine: een run naar het (hurk)toilet. Daarna begon ik zoetjesaan m’n tas te pakken.
Buiten op het terras werkten we tegen heug en meug ons ontbijt weg. Althans, we deden een poging…..
We hadden wederom een lange etappe van 20 km voor de boeg. En dat deden we opnieuw op een nagenoeg lege maag. Vandaag zaten er heeeeeel veel trappen in de tocht. Héél veel! Er kwam geen einde aan! Ook passeerden we een aantal grote landslides. En uiteraard de nodige hangbruggen, waarvan er eentje volgens Sander gevaarlijk naar links helde. Ik had er een hele voorstelling van gemaakt in m’n hoofd, waardoor het uiteindelijk 200% meeviel. Rond 12.30 uur hadden we de lunch. Voor mij wederom soep, ditmaal een sherpa-stew met veel groenten en een soort dikke pasta. Het was veel meer dan in m’n gekrompen maag paste. Jaloers keken we naar de groep naast ons, die grote kommen soep en grote borden gebakken aardappels zat weg te werken. Sjoerd zette ondertussen z’n verplegerskunsten in bij het dochtertje van de eigenaar van het eettentje. Ze had zich een dag eerder aan glas gesneden en het zag er allemaal niet heel schoon uit. Haar broer kreeg een armbandje van Sjoerd en was er superblij mee. Het was een gezellige lunch zo bij de familie. Die overigens een of andere drap zaten te eten, met een geur waarvan onze magen zich spontaan weer omkeerden. Dit was niet besteed aan Team Liquid, zoals we onszelf inmiddels hadden genoemd.
Net als de dag ervoor liep ik het tweede deel van de etappe, na de lunch, ook weer lekker. Helaas was het tijdens de lunch beginnen te spetteren. En het spetteren werd regen, dus de regenjassen en raincovers moesten te voorschijn gehaald. We liepen door het bos. Supermooi! Aan de overzijde van de berg zagen we wilde berggeiten, erg tof! Het laatste stuk was pittig, met opnieuw een hele lange ‘trap’, nat en modderig en met onmogelijk hoge stappen hier en daar.
En toen kwamen we eindelijk enigszins verkleumd aan in Namrung. De lodge waar we aanvankelijk heen wilden, was al vol. Dus we moesten uitwijken naar een andere. Maar die was ook meer dan prima, met een brandende kachel, een kop hete thee en een kaartspel. De natte shirts droogden we bij de kachel, want dat was vrij kansloos in het koude slaapkotje.