De dag begon met uitgebreid koffiedrinken op het trapje bij het koffietentje naast ons hotel. Dat deed ik samen met Sjoerd, m’n reisgenoot voor de komende twee weken. We maakten uitgebreid kennis, terwijl we ondertussen keken naar het kleurrijke chaotische tafereel in het straatje: mensen, riksja’s, auto’s, scooters, fietsen…. alles luid toeterend en bellend door elkaar heen. Het was een fantastisch schouwspel. Voor ons ontbijt verplaatsten we ons nog een tentje verder en keken vanaf het balkon uit op hetzelfde hoekje. Ik at wraps met kip en pittige saus. Als ontbijt. Na dit superlekkere ontbijt gingen we elk onze weg en dook ik de stad in: een beetje ronddwalen in de overvolle straatjes en foto’s maken. Door m’n camera (en vooruit, m’n blonde haren en lange lengte zullen ook opgevallen zijn) werd ik wel voortdurend aangesproken. Mensen probeerden je vanalles te slijten. Vanuit het niks liep er ineens een jongen met me mee. Een student, vertelde hij, en hij moest z’n Engels leren door mensen aan te spreken. ‘Walk and talk’. Nou, dat ging hem goed af. Hij kletste de oren van m’n kop en stelde allerlei vragen. Hij was aardig, maar het voelde ongemakkelijk. Het leidde me ook af, waardoor ik in no-time ook ineens een rode stip op m’n voorhoofd te pakken had en oranje bloemetjes achter m’n oor. Een zegen aangebracht door een oudere man, die daar natuurlijk vervolgens wel geld voor wilde…. Tenminste, dat is waarschijnlijk waarom hij me bleef na roepen toen ik zogenaamd onwetend door liep. Na enige tijd wist ik dan toch eindelijk vriendelijk afscheid te nemen van m’n student en haalde ik opgelucht adem. Lukraak dwaalde ik verder. Van straatje naar straatje, inmiddels nul richtinggevoel meer, maar vooruit, dat kwam vast wel goed. En toen… plotseling…. Was daar uit het niets opnieuw die student. Zucht. Opnieuw bleef hij met mee lopen en me vanalles vertellen. Hij kwam uit Manaslu, studeerde in Kathmandu, eerst was hij soort van architect, later maakte hij kunst. Hij was 17 jaar en dacht dat ik ongeveer de leeftijd van z’n moeder zou hebben. Hij wilde me meenemen naar de galerie om z’n schilderijen te laten zien. ‘S Avonds was er een feest op een pleintje met muziek en dans. Er cetera et cetera. Ik begon er inmiddels echt een beetje genoeg van te krijgen, want ik wilde gewoon op m’n gemakje fotograferen en nu was ik alleen maar bezig met lopen en praten (jaja, ‘just walk and talk’). Toen er heel even wat afstand ontstond door veel verkeer, ben ik abrupt rechtsaf een straatje in gedoken. De rest van de dag bleef ik schrik houden dat ik hem opnieuw zou tegenkomen, want ik voelde me toch wel een beetje schuldig dat ik niet gewoon vriendelijk afscheid had genomen ;-).
Karianne en Marleen, m’n andere twee groepsgenoten, waren inmiddels ook aangekomen. En ook Sjoerd z’n tas was netjes afgeleverd vanaf de luchthaven. Het bleek maar weer dat mijn aanvankelijke stress of m’n bagage wel netjes was overgeheveld op Dubai op die korte overstap niet geheel onterecht was geweest, want bij hem was het dus wel degelijk mis gegaan.
Na een gezamenlijke lunch ging ik met de dames en Sander (onze gids) opnieuw de stad in. Er moesten nog pasfoto’s gemaakt worden voor onze permits. Gelukkig had ik zelf al foto’s mee, want ik heb zelden zulke slechte pasfoto’s gezien! Tijdens het wachten werden we uiteraard weer uitgebreid aangesproken door allerlei verkopers. Een oudere man met een soort gitaartje bleef hardnekkig plakken. Ook hij kwam uit Manaslu (blijkbaar is er ook een plaats dat zo heet) en ook hij vertelde over het feest ‘s avonds. Ze hangen in elk geval een soortgelijk verhaal op ;-).
Sander ging terug om iemand naar de luchthaven te brengen en wij gingen verder naar Durbar Square. Fantastisch mooi! Hier raakte ik uiteindelijk dan toch ook de meiden kwijt. Dat moest natuurlijk een keer gebeuren. Na wat sms’jes vonden we elkaar ook weer terug. We dronken een colaatje op een dakterras met uitzicht op het centrale plein. En daarna was het hoogtepunt van de dag: met z’n 3en in een riksja terug naar het hotel. Ja ja, dat past echt wel, zei het kleine mannetje. Karianne en ik zaten elk met een halve bil in de riksja en hielden ons krampachtig vast aan de gammele overkapping.
En ondertussen trapte het tanige, al best wel oude mannetje zich een ongeluk, met drie gillende dames achter zich. We voelden ons steeds schuldiger over onze uitonderhandelde prijs van 400 NRP. Eenmaal bij het hotel gaven we hem 1000 (omgerekend 7 euro) en complimenteerden hem uitgebreid met z’n kracht. Hij was een gelukkig man.
‘S Avonds gingen we met de hele groep (de Mount Everestgroep van de afgelopen weken en de Manaslu-groep van komende weken) uiteten op een gezellig dakterras vol lichtjes. Om 22 uur dook ik m’n bed in, om vervolgens nog uren wakker te liggen met m’n overvolle hoofd. Wat een stad!