Met de voorjaarsvakantie voor de deur besloten we op het laatste moment er toch nog even lekker uit te gaan. Het paste in de planning, de weersvoorspellingen waren prima en dus vertrokken we op Koningsdag richting het Zwarte Woud. In de Alpen lag nog teveel sneeuw en daar hadden we geen zin in. De Eifel is altijd goed, maar vonden we dichtbij, dus het werd het Zwarte Woud. We vonden een appartementje ergens buitenaf, onderaan de Belchen, een van de hoogste toppen van het Zwarte Woud. Het beloofde veel goeds, want al op de eerste avond zagen we gemzen in de verte en stonden de reeën onder ons raam te ‘blaffen’.
Dag 1: Het begint inmiddels een traditie te worden. Op de eerste dag liepen we een (bijna te) lange tocht van ruim 18 km en 730 hoogtemeters. Na een dodelijk lange klim over een dodelijk lang saai pad (want een breed schotterpad), werden we beloond en werd het een prachtige tocht langs watervallen en door kloven. En toen moesten we ook nog stukken door de sneeuw tot onze verrassing! Het was een mooie eerste dag.
Dag 2: We hadden voor vandaag 2 opties. Optie A bestond uit de smaken: ‘makkelijk, saaie en brede paden, dichtbij huis, weidse vergezichten’. Optie B bestond uit: ‘uitdagend, technische klauterpaadjes, poosje in de auto, kloof en watervallen’. De keuze viel op optie A. Na de zware eerste dag klonk een wat eenvoudiger tocht aantrekkelijker. Natuurlijk had ik best m’n persoonlijke voorkeur (optie B), maar eerlijk is eerlijk: ook de paden door weides waren mooi! We zagen veel roofvogels vandaag (rode wouw, buizerds, valkjes) en Renske schrok zich te pletter toen ze op een tak wilde stappen, die onder haar voet weg glibberde. “Aaaaa!!! Een sláng!!!” (het was een hazelworm… geen slang dus… en nee, die doen niks). Toch weer 12 km weg getippeld!
’s Avonds gingen Tieme en ik nog voor een toetje, op zoek naar gemzen. Het was een smerig steile klim, maar gelukkig niet voor niks! Na een score van 7 gemzen, kwamen we in het stikdonker pas weer thuis. Gelukkig niet verdwaald in het bos of van de berg gevallen.
Dag 3: Op de derde dag liepen we door de kloof van de Wehra-quelle. We volgden het stroompje bergop richting de bron. Leuk om te realiseren: het water dat hier uit de bodem komt, stroomt over een poosje langs Velp en Arnhem. Benieuwd of de beukenblaadjes die de kids in het stroompje hebben losgelaten over een poosje langs de Veluwe voorbij komen…. Het water smaakte overigens prima!! We liepen een ronde van 10 km en waren nét niet voor de (voorspelde) regenbui terug bij de auto.
Dag 4: ‘Jongens, wat is het plan vandaag’? Voor deze week hebben we nog een paar dingetjes op de wishlist (een dag thuis-niks-doen in het appartementje hoort daar niet bij is de gedeelde mening… want daar wordt iedereen ongedurig van. Deze week kunnen we nog doen: een mooie (lange) tocht door de Wutachschlucht, de klim naar de Belchen inclusief de Alpiner-steig (steil, smal, technisch) en rodelen in Todtnau en daar de waterval bekijken (ofwel: relatieve rustdag).
We kozen voor dat laatste. Rodelen en dé grootste waterval van Duitsland… Op zondag… Dus… Het rodelen was fantastisch. Het was wel een beetje zoeken naar de juiste samenstelling van personen: vanaf 1.40 m en 8 jaar mocht er alleen gerodeld worden… Maar dat is wat anders dan: móet er alleen gerodeld worden; en met 5 man is er altijd één die alleen móet en wie is dat dan? Renske wilde wel in d’r eentje; die laatste paar centimeter verzonnen we erbij. En zo gingen er 3 gierende dames naar beneden en 2 mannen in een iets lager tempo. Eerst Daantje en ik (die er nu nog steeds van overtuigd is, dat zij zelf de snelheid kon bepalen met de rubberen beugel en dat ik vond dat ze veel te hard ging ?); toen Renske in dr uppie en daarna Tieme en Jasper.
Nog na-stuiterend van de adrenaline begonnen we na het rodelen aan de tocht naar de Todtnauer wasserfall. Een klein ommetje van 4 km over een veel te aangeharkt pad. Eenmaal bij de waterval waren we totaal misplaatst met onze outdoorkleding, rugzakken en wandelstokken, tussen de tijgerprintjes, kekke schoentjes en opgepompte lippen (echt waar!). Dichtbij was vast een parkeerplaats. We bevonden ons tussen het zondagse kuur-oord-publiek van het Zwarte Woud en maakten ons snel uit de voeten. Al met al een lekker rustdagje (hoewel we bijna 6 uur van huis waren). De komende dagen laten we de toeristische attracties weer lekker links liggen.
Dag 5: Vandaag liepen we een pittige tocht naar en rondom de op-een-na-hoogste berg van het Zwarte Woud: de Belchen. Ons appartementje bevond zich wat lager op deze berg, ongeveer 4km vanaf de top. Ik ontdekte op de kaart van m’n GPS een alpiner-steig aan de andere kant van de berg en stippelde een tocht uit van 12 km, met ruim 700 hoogtemeters. De top van de Belchen zelf was weinig aan; een groot deel van de paden bovenop ook niet. Gelukkig konden we die links laten liggen. De relatief verborgen route die ik had uitgezet was prachtig! Via smalle paadjes wisselden bos vol oude beuken en open weitjes elkaar af. Het paadje van de alpiner-steig zouden we zonder GPS zo voorbij gelopen zijn: geen markering, geen routebordje en nauwelijks als pad te herkennen. Het was her en der steil, met de nodige puinhellingen en omgevallen bomen als hindernissen, maar verder was het prima te doen. Tijdens onze lunch met knakworstjes cirkelde er een rode wouw vlak boven ons hoofd. We zagen wolvenpoep. En: we zagen gemzen! Top-dag!
Dag 6: Na de lange tocht van de dag ervoor kozen we vandaag voor een korte wandeling in een zogenaamd oerbos in de buurt van Schönau, het dichtstbijzijnde plaatsje. Omdat we na de wandeling boodschappen wilden doen, parkeerden we alvast bij de supermarkt. Het zou mooi weer worden vandaag, maar de lucht zag er dreigend uit en in het verte hoorden we het al rommelen. Nog voor we het smalle bospaadje opgingen, begon het te regenen. Maar eigenlijk maakte dat het bos alleen maar mooier. Het groen knalde je tegemoet: frisgroene blaadjes en het mos dat echt overal op groeide; bodem, rotsen, bomen… ov-er-al mos. De vogels zongen er lustig op los. Ja, dit is inderdaad wel een ‘oerbos’. Al vijftig jaar wordt het bos er niet onderhouden en hier en daar leek het nog het meest op een tiental-meters-groot micadospel. De regenbui duurde niet de hele dag en tegen de tijd dat we het bos verruilden voor een open weide, kwam de zon voorzichtig tevoorschijn. Tijd voor koffie dus. En een plaspauze. Achter een houtstapel. Voor de tweede keer deze week klonk er een ijzige kreet. Een konijntje maakte zich uit de voeten juist toen Renske haar sanitaire stop achter het hout hield. Ik weet niet wie harder schrok, het konijn of Renske. Het beestje stopte in elk geval nooit meer met rennen.
Uiteraard was m’n uitgestippelde rondje in werkelijkheid weer eens langer dan gepland. Inmiddels weet iedereen wel dat er meestal een vijfde bij op geteld moet worden. We kwamen dus op een ‘ommetje’ van 10 km (met ruim 300 hm). Voor velen valt dat niet meer in de categorie van ‘ommetje’, maar als je er uitgebreid te tijd voor neemt, veel om je heen kijkt en er genoeg te zien is, vliegen de kilometers ongemerkt voorbij. Er was in elk geval nog ruim energie over om nog wat in de speeltuin te spelen. Een rustdag zou ik het niet willen noemen, maar uitrusten doen we volgende week wel weer.
Dag 7: Vandaag stond een tocht op het programma, waar ik de hele week al naar uit keek: de Wutachschlucht. We moesten er een uur voor rijden, maar dan had je ook wel wat als het goed is: een smalle kloof, met steile wanden, ‘dunne’ paadjes, watervallen, bruggetjes, ruig en woest, technisch en avontuurlijk. Ik had een rondje van 14km uitgestippeld. Eenmaal op de startplek aangekomen scheen de zon volop, maar zag de lucht rechts en links van ons er behoorlijk dreigend uit. De ene bui leek te vertrekken, maar die andere….? We raadpleegden buienradar en maakte de inschatting dat we het weliswaar niet droog zouden houden, maar de bui zou ons vooral schampen… dachten we. Vol goede moed vertrokken we richting de kloof. In de verte rommelde de donder, maar dat was voldoende ver weg. Het hutje dat we tegen kwamen negeerden we. Het begon wat te spetteren, maar het zou allemaal wel meevallen. Dapper stapten we verder. We daalden af over een rotsig pad richting de kloof. Het spetteren werd regen. Regen werd een hoosbui. En de hoosbui werd tenslotte hagel. In no-time was het pad veranderd in een heuse waterval (hadden we die tenminste soort van gezien). We waren het er al snel over eens dat het niet verstandig was om door te lopen. Niet in de laatste plaats omdat we inmiddels doorweekt waren tot op ons ondergoed en onze schoenen vol water stonden. Maar belangrijker misschien nog wel: de tocht werd afgeraden bij nat weer vanwege de hoge, gladde en steile paden. En omdat water zich verzamelt op het laagste punt; in dit geval dus in de kloof. Dat we de juiste beslissing hebben genomen, hoorden we ’s avonds van de uitbaatster van een restaurant, die er als kind eens had gelopen en tot aan haar oksels door de wilde beek had moeten waden na veel regen.
En zo stonden we dus na 3 km weer bij de auto, drijfnat en zonder ook maar een glimp te hebben opgevangen van de Wutachschlucht. We hebben wél heel veel water gezien dat, net als wij aanvankelijk, op weg was ernaar toe. En een deel ervan hebben we meegenomen in onze schoenen. Het heeft in elk geval een mooi filmpje opgeleverd. En een noodgedwongen rustdag. Hopelijk zijn de schoenen morgen een beetje droog….
Dag 8: Helaas was het weer ons niet goed gezind op de laatste dag in het Zwarte Woud. Maar het was daardoor wel weer zoals wij het Zwarte Woud kennen: grauw, vochtig en mistig. 17 jaar geleden waren we hier, met de mountainbike en zonder kinderen. Op een mistige, natte dag stonden we naast onze mountainbikes even uit te blazen bij een soort van Maria-grot, met plastic rozen en een plastic Mariabeeld. Kitsch-ten-top en ik had het dan ook al snel gezien. Dat was het moment dat ik me omdraaide en Jasper achter me op z’n knieën aantrof…. Hoe mooi om nu met 3 kinderen door het Zwarte Woud te sjokken en ook hen vol te stouwen met mooie ervaringen en herinneringen.
Vandaag liepen we ondanks de regen en ondanks (of misschien juist wel daarom) enig chagrijn bij enkelen toch een rondje van 6 km. Mooi om te zien dat iedereen in no-time opfleurt. Regen of niet, buitenzijn in een mooie omgeving doet iedereen goed.
We sloten de dag af met een lange speurtocht met de auto door het Zwarte Woud op zoek naar Schwarzwalder Kirschtorte. Die hadden we beloofd en het was nog niet gelukt. Pas bij het derde dorp en de zesde bakker lukte het! En dus sloten we deze vakantie positief af met behaald resultaat: taart, heel veel kilometers in de benen, heel veel foto’s, bruine randjes op de benen, bruine snoeten en bergen sproeten en niemand heeft zin om weer naar huis te gaan.