Dag 1 – Reis naar Fez
Vanmorgen was ik al heel erg vroeg wakker. En ook Renske kwam al heel erg vroeg richting onze kamer gevlogen na een enge droom. We zaten dus op tijd aan de ontbijttafel in de tuin. De eigenaresse liep het vuur uit haar sloffen, want er moesten ineens drie gezinnen gevoed worden. Wij hadden geen haast, want we hadden enkel een autorit van 4.30 uur op het programma staan en die hadden we grotendeels al eens gereden. Het was geen hele interessante route.
We pakten de auto in en namen afscheid van de gastvrouw. Ik zag Tieme al een beetje benauwd kijken: “o nee, moet ik nu weer deze vreemde mevrouw kussen?” Bij het ontvangst had ze dat namelijk wel verwacht van de kinderen. We vroegen haar er naar hoe het nou zat, dat kussen bij begroeting, want eerder hadden we vrouwen elkaar oneindig veel zien (lucht)kussen. Ze legde uit dat je in principe twee kussen geeft als begroeting (geldt voor vrouwen en kinderen), maar zonder de wangen te raken. Vervolgens vraag je hoe het met je man gaat (2 kussen), en met het eerste kind (2 kussen), het tweede kind (2 kussen), het derde kind (2 kussen) etcetera etcetera.
De gastvrouw was zo a-typisch Marokkaans, modern en excentriek dat we haar moeilijk konden plaatsen als Marokkaanse. Maar dat was ze wel, vertelde ze. Ze had in Frankrijk gestudeerd en was daarna terug naar Marokko gegaan, waarna ze werkte als regisseuse in de filmindustrie (ah, vandaar het excentrieke). Het was leuk om ook deze vrijgevochten kant van Marokko te leren kennen. Ze runde als weduwe en dame alleen deze accommodatie. Hoeveel alleenstaande, oude vrouwen hadden we niet op straat zien bedelen….. In Marokko ben je als vrouw nergens zonder familie als vangnet.
We vertrokken richting onze laatste bestemming in Marokko: de koningsstad Fez. We lieten het Rifgebergte achter ons en reden terug in zuidwaartse richting.
We passeerden enorme geelgekleurde heuvels. De oogst was al binnen. Wat resteerden waren oneindige gele vlaktes, met soms een patchwork aan bruin. Prachtig om te zien.
Ondanks de slechte staat van de weg hier en daar, verliep de reis voorspoedig. Om 14.45 uur reden we zonder zoeken zo naar ons riad, aan de rand 50 meter de medina in. Voor we het goed en wel in de gaten hadden lag onze bagage al in een handkar. Nouja, vooruit, net zo makkelijk, want dan kon Jasper gelijk door om de auto naar het verhuurbedrijf terug te brengen. De handkarman vond de 2enhalve euro fooi te weinig, maar hij kon me wat; het was echt nog geen 2 minuten lopen. Bovendien had ik ook niet meer, want Jasper had het geld mee. Ook Jasper was bij de entree van de medina aangesproken door iemand die geld wilde enkel omdat Jasper even had stil gestaan met de auto om ons met alle bagage uit te laten stappen. “For the parking”. Ja doei, we zijn niet van gisteren he! Dat was de eerste kennismaking met Fez.
Bij de riad werden we ontvangen met muntthee, terwijl we wachten tot Jasper terug was van het autoverhuurbedrijf, 2enhalve kilometer verderop. We hadden een mooie kamer, met vijf bedden op een rij. Boven ons hing een prachtig mozaïek plafond.
‘s Avonds gingen we de stad in en slenterden wat door de vele straatjes van de medina. We aten bij Café Cinema aan de rand van de medina, in plaats van in de riad, want we hadden geen van allen zin in weer een tajine.
Dag 2 Fez
Na een wat onrustige nacht (ik droomde over stinkende stadsgrachten en duistere steegjes in Fez) werden we pas laat wakker. Het was al na 9 uur voor we aan het ietwat tegenvallende ontbijt zaten. Ondertussen regelde ik alvast het inchecken voor de terugvlucht en ontdekte dat we in Marokko een papieren instapkaart nodig hadden. Zo’n blaadje papier dat je dan op kunt vouwen en kwijt kunt raken in je hoeveelheid tassen. De moderne digitale techniek was hier nog niet doorgedrongen. Zelfs in Nepal kon ik gewoon boarden met een digitale pas! Nouja, we ontdekten het gelukkig op tijd en konden via de riad wel wat regelen.
Na het ontbijt gingen we de stad in om de Koranscholen te bekijken voor de ergste drukte losbarstte. Maar ook nu was het al best puzzelen om foto’s te kunnen schieten zonder halve of hele mensen erop. De man die ons had binnengelaten begon een uitgebreid verhaal op te hangen. Aanvankelijk over de plek waar we waren, maar al heel snel ging het ook over andere plekken in Fez en waar we allemaal gratis heen konden en daar dan een foto konden maken. Tussendoor liet hij allemaal foto’s zien van mensen die (volgens hem) ook uit Nederland kwamen (geheel afhankelijk van wie hij voor zich had denk ik zo) en foto’s en een filmpje van z’n dochtertje. Ik kreeg wel al zo’n vermoeden welke kan het op ging en jahoor, daar was ie dan: ‘Ik kan jullie rondleiden door Fez, ik ben een officiële gids en het kost maar 25 euro”. Ook in de riad probeerden ze er ons er steeds van te overtuigen dat we een gids moesten nemen, om ons door de lastige medina te begeleiden. Zo kwamen we in de Koranschool de gids tegen die we vanmorgen in onze riad hadden gezien; hij vroeg waar we vandaan kwamen. Zijn reactie: “Kijken kijken nie kopen”. Toen werd Jasper pissig en vertelde hem dat het geen leuke opmerking was. Wat was ik blij dat we steevast een gids hadden geweigerd, anders hadden we de hele ochtend opgezadeld gezeten met deze onaardige en vervelende oude man. In Fez waren de mensen duidelijk opdringeriger naar toeristen dan elders in Marokko.
De tweede Koranschool die we bezochten was een stuk kleiner dan de eerste, maar hier konden we ook op de verdiepingen kijken. En daarmee dus in de kamertjes waar de studenten verbleven. Wat een verschrikking: het ene hokje was nog kleiner dan het andere, er was soms een klein raampje en soms geen, de deuren werden van buitenaf afgesloten en er was een soort brievenbus-luikje waarlangs minimaal contact onmogelijk was. Het leek wel een gevangenis.
We slenterden verder de stad in en kwamen terecht bij een wat moderner gebouw net buiten de medina. Het was een plek waar de verschillende ambachten werden onderwezen (kleden maken, keramiek, leer bewerken etc.), vertelde een jongeman. We raakten aan de praat, enigszins gereserveerd, want iedereen wil je gids zijn in deze stad, maar z’n bedoelingen leken goed. Hij nam ons mee naar z’n leerbewerkingsbedrijfje en vertelde er wat over. Jasper wilde graag een leren laptop-tas hebben en er werd een en ander getoond. Uiteindelijk sloten we een deal, maar daarvoor moesten we wel eerst langs een pinautomaat. Ondertussen zou er een schouderrriem aan de tas gemaakt worden.
De jongeman, Mohamed, nam ons mee de hele medina door naar een pinautomaat, ondertussen van alles vertellend. Zo hadden we toch nog een soort van gids, maar zonder aandoen van de bekende toeristenplekken. Wij liepen juist over de dagelijkse markt (geen toerist te bekennen), waar we thee kochten en hij bracht ons naar een mooi uitzichtpunt op Fez (wederom geen toerist te bekennen, want dit was wel een beetje de achterkant van de stad). Zo liepen we een leuke ronde door de stad, kwamen weer terug bij het leerbewerkingsbedrijfje, betaalden het restbedrag voor de tas en bedankten de gids-die-geen-gids was (of toch wel? Hij vroeg er geen geld voor in elk geval) voor z’n tijd en verhalen (en gaven hem uiteraard wel een klein bedrag daarvoor).
En toen was het verzadigingspunt wel bereikt. Tijd om even te chillen in de riad!
Aan het einde van de middag gingen we opnieuw de stad in, want we wilden nog theeglaasjes kopen en een bedankje voor de buren die 4 weken lang voor onze katten zorgden.
We liepen terug naar de dagelijkse markt, aan de andere kant van de medina. Voor de zoveelste keer doorkruisten we de soms donkere en een beetje griezelige steegjes. Steeds probeerde men ons terug te sturen naar de hoofdstegen met toeristenwinkeltjes, maar wij vonden de minder toeristische randen van de stad veel leuker. En bovendien was het er goedkoper: in een toeristenwinkeltje betaalde je 2x zoveel voor dezelfde theeglaasjes.
Ondertussen hadden we weer genoeg bekijks, maar op een leuke en nieuwsgierige manier. Er kwam op den duur zelfs iemand z’n winkel uit om een pruim aan Daantje te geven.
We aten op dezelfde plek als de dag ervoor, vlakbij de riad. We hadden geen zin om naar iets anders te zoeken en de medina van Fez was geen plek om in het donker te zijn. We waren ook echt blij dat onze riad op het randje van de medina zat en niet ergens middenin, want het was er echt een doolhof en de steegjes waren soms angstaanjagend schimmig en stikdonker (ook overdag). Onze “gids” van eerder die dag vertelde dat mensen uit het nieuwe Fez de oude stad niet in gaan, omdat ze er simpelweg verdwalen. Nou, dat konden we ons wel voorstellen!
Dag 3 Fez en naar huis
We hadden nog tot ongeveer 14 uur te besteden in Fez. Na het ontbijt op het dakterras namen we eerst de tijd om de tassen goed in te pakken. In alle opruimwoede gooide ik waarschijnlijk voor de tweede keer een gewisselde kies van Renske weg (de eerste kies was bij de schildpad in N’kob beland). Ik pakte alvast een tas vol met alleen vieze was, zodat de wasmachine bij thuiskomst direct aan het werk kon. De laatste weken konden we alleen nog kiezen uit vieze kleren of heel-erg-vieze kleren. Bovendien hadden we in de voorgaande weken op minstens 1 plek extra bedgenootjes gehad getuige de enorme hoeveelheid kleine kriebelbultjes. En die beestjes krijg je liever niet thuis in je bed, dus gelijk de wasmachine in was best een goed idee.
We slenterden nog wat door Fez, maar eigenlijk hadden we het wel een beetje gezien. Omdat we ook niet heel ruim meer in de tijd zaten, lunchten we nog maar eens bij Café Cinema, vlak om de hoek van ons hotel. Hier hadden we ook al twee keer gedineerd en daar wisten we in elk geval zeker dat we er niet ziek zouden worden.
Daarbij was het leuk personeel. De ober herkende iets in Renske haar bewegen en vroeg of ze danste. Voor ze het wist moest ze wat dansjes voor doen en liet ook hij z’n dansmoves zien. Hij bleek professioneel-danser te zijn en les te geven. Renske kreeg een mini-dansles, terwijl we op onze lunch van crêpes wachtten (die werden extra uitgebreid versierd met chocola en Oreo).
Om 14.15 uur werden we opgehaald door de taxi. Bijna een half uur reden we door het hectische verkeer van Fez. Ruim op tijd waren we op de luchthaven, waar we ons een paar uur overgaven aan wachten, inclusief de vertraging van het vliegtuig. Rond 22.30 uur landden we in Düsseldorf. Het was even wennen aan de lagere temperatuur. En aan de Duitse aangeharkte omgeving. Gezien we nog niet hadden gegeten stopten we eerst bij de Mc Donalds, onze jaarlijkse traditie.
Met drie huilende kinderen reden we terug naar huis… Nu zat het er echt op en dat vonden we allemaal verschrikkelijk jammer. Wat was het een prachtige reis geweest! Wat een avontuur. Wat een mooi land en wat een fijne mensen. En wat een bijzondere tijd zo met elkaar.