Op deze ‘day-after’ mochten we ‘uitslapen’. Pas om 6 uur zouden we ontbijten. Iedereen was nog in diepe slaap toen om 5.20 uur de wekker ging. Er was weinig zin te bespeuren voor weer een wandeltocht nu het doel van de Toubkal was behaald. Maar wie A zegt, zegt ook B en dus gingen we gewoon weer op pad. Bij daglicht ditmaal. We klommen de bergflank aan de andere kant van de Refuge omhoog en deze in de diepte achter ons. Het was een mooie klim richting 3.600 meter en de prachtige trail liep lekker. Bovenop de pas passeerden de muildieren en begeleiders ons. We daalden de pas af via 69 haarspeldbochten. Daar had Mohamed het de vorige dag al over gehad, maar ik dacht hij zomaar een getal noemde om aan te geven dat het heel veel zigzags zouden zijn. Het bleken er echt 69 te zijn! Het was oppassen geblazen, want het paadje was glad, steil en bestond uit een dikke laag steentjes. Maar wat was het gaaf!
Er kwam ons een andere groep tegemoet. Ik hoorde iemand verbaasd zeggen: “amai, dat zijn kinderen!”. Trots zei ik dat de jongste 9 jaar oud was en gisteren op de Toubkal had gestaan.
We daalden af richting een waterval. Maar voordat we verder konden, moesten we eerst wachten tot een kudde geiten was gepasseerd. Ons paadje liep langs een hoge steile rotswand met daarop een kudde geiten, waardoor er steeds stenen naar beneden vielen. We namen plaats op een hoge rots langs de bovenloop van de waterval en genoten van wat rust en het uitzicht. Op den duur schoot Mohamed hard in de lach. Hij stond te balanceren op één schoen en één sok en gebaarde dat z’n andere schoen de diepte in was verdwenen….. Neeeee! Wat nu?! Hij kon toch niet verder op één schoen? Zelf schrok hij er minder van en behendig klom hij op z’n ene sok de steile kaarsrechte helling af langs de waterval om z’n schoen te halen. Die was gelukkig niet verder meegenomen door het woeste water.
Ondertussen zagen we de lucht betrekken in het dal waarnaar we op weg waren en dus besloot Mohamed dat we toch onze weg vervolgden en de rotswand zo snel mogelijk passeerden. Het was ontzettend spannend, zeker toen er een steen vlak naast ons op het paadje kletterde. We bleven zo goed mogelijk onder de rotswand en Mohamed hielp Tieme zo snel mogelijk over de passage heen. Er was geen tijd om naar de waterval te kijken. Al rennend wees Mohamed naar rechts: “And here you see the waterfall!”. We waren enorm opgelucht toen we voorbij de passage waren.
Opnieuw kwamen we een kleine groep tegen, Franssprekende Belgen ditmaal. Ze vroegen hoe oud Daantje was en of ze ook de Toubkal op was geweest. Het riep telkens een boel bewondering op.
We kwamen beneden bij de waterval en daar stond zowaar zelfs een kraampje. Vanwege de dreigende lucht bleven we er niet hangen. We liepen een prachtige kloof in, maar er was geen tijd voor foto’s, want de eerste spetters vielen al. Sinds september had het niet geregend en nu moesten zowaar de regenjassen helemaal onderuit de tassen gehaald worden! Afhankelijk van waar de muildiermannen ons kamp hadden opgebouwd, was het gelukkig niet meer zo heel ver waarschijnlijk. Gelukkig stonden ze inderdaad langs het riviertje en niet bij de oude berghut. Wat een prachtige plek tussen oude Jeneverbessen en rotsen. We doken gauw de keukentent in, terwijl de mannen onze tentjes opzetten tussen de buien door. Na wederom een fantastische lunch zochten we de tenten op om wat te rusten. Ondertussen was het gaan plenzen, lekte onze tent en onweerde het stevig. Het maakte de bergen om ons heen nog indrukwekkender en woester. Gelukkig was het droog tegen (een late) theetijd en hoefden we niet te verhuizen naar de refuge. Op een mooi plekje onder een oude jeneverbes lagen matten klaar, waar we eerst thee dronken met popcorn en daarna vrij snel door gingen met het avondeten.
Ondertussen was er een hoop te zien. De muildieren hadden hun graasplek beneden aan het riviertje en aan de overzijde liep een geitenlam hard om z’n moeder te roepen. Het beestje was duidelijk in paniek omdat hij z’n kudde kwijt was. Het zocht ons gezelschap op en Mohamed vertelde dat de herder hem vast kwam ophalen als hij de geiten had geteld. Maar dat gebeurde niet. De mannen besloten zich over het beestje te ontfermen, omdat het anders de nacht niet zou overleven. Het beestje viel in slaap in m’n armen; Daantje was helemaal verliefd. We waren ondertussen in de keukentent gaan zitten, omdat het weer was gaan regenen. Het was er gezellig zo met z’n allen. Met het einde van de trekking in zicht vertelde Mohamed dat hij zich de eerste dag wel wat zorgen had gemaakt, maar na dag 2 en 3 alle vertrouwen had omdat de kinderen zo ontzettend goed liepen. Hij vertelde ook dat de kok op de eerste dag verontwaardigd z’n baas had gebeld over het feit dat ze met jonge kinderen op deze zware tocht gingen, terwijl er volwassenen waren die dat niet eens redden! Elke dag had hij aan Mohamed gevraagd hoe het met de kinderen ging en hoe het gegaan was. Gedurende de week groeide het vertrouwen in en de trots op de kinderen. De betrokkenheid en zorgzaamheid van deze mannen maakten de trekking echt heel bijzonder!
Afstand: 14 km – 500 hm