Gorge du Dades – Agoudal

Om 8.30 uur zaten we aan het ontbijt. Ik was al eerder opgestaan om een timelapse te maken van de opkomende zon. Maar opnieuw trof ik een slapende persoon aan op het dakterras en dus was ik maar weer stilletjes omgedraaid.
Na het ontbijt pakten we de tassen bij elkaar en laadden de auto in. Voor vandaag stond een autorit van 3 uurtjes op de planning, door de Todghakloof. Van ons plan om koffie te drinken in Tinghir kwam niks terecht: er waren koffietentjes genoeg en die zaten heel erg vol… met alleen maar mannen. Dat voelde toch wat ongemakkelijk. Voor we het wisten reden we de stad weer uit en de Todghakloof in. Op het smalste deel van de kloof was het een drukte van jewelste. Langs het zeldzame water zaten op, werkelijk élk vrij stukje grond, mensen. Het leek Zandvoort op een zomerse dag! Samen met de vele auto’s en kraampjes was deze onverwachte drukte een vreemde gewaarwording. Misschien onderstreepte het ook wel de zeldzaamheid van water en de waardering. Kennelijk was deze plek the place to be voor de Marokkanen.
Na de versmalling werd de kloof breder, was er geen water meer en dus ook geen drukte.
Het was een mooie autorit, langs oases en weidse berglandschappen. Aan het einde van de Todghakloof troffen we tot onze grote verrassing een flinke stuwdam aan. Nieuwsgierig reden we verder omhoog. Eenmaal boven zagen we een immense vlakte…. Maar geen water…. Later las ik dat de dam zo’n 2 jaar geleden gereed was gekomen; een gigantisch project. De dam was enerzijds bedoeld om het water gedoseerd de kloof in te laten, omdat sneeuw of veel regen nog wel eens tot problemen leidden. Anderzijds was de dam ook bedoeld om water vast te houden. Maar sinds het gereedkomen had het niet meer gesneeuwd of veel geregend en dus was er geen meer.
In Marokko stikt het van de zwerfhonden. Op de weg is het dan ook altijd oppassen. Op enig punt hadden we bijna een puppy onder de auto en moesten we vol in de ankers. Gelukkig rende het hondje door. Pffff.
We lunchten ergens bij een tentje langs de weg: kipspiesjes van de bbq, frietjes en salade. We zagen het zoontje van de uitbater weggestuurd worden op z’n fietsje; even later kwam hij terug met een zakje aardappels. Dat werden later onze frietjes en lekker dat ze waren!! Het was een beetje een gok om zomaar ergens langs zo’n stille weg te eten, maar dit pakte erg goed uit!
Uiteindelijk reden we het Atlasgebergte weer in en gingen een hoge pas over. Na lange tijd kale ruigte, doemde er ineens wat bebouwing en beplanting op: Agoudal! In dit hoogstgelegen dorp van Marokko op 2.300 m hoogte was het leven duidelijk zwaar en was weinig welvaart. We overnachtten net buiten het dorp, wederom als enige gasten. Met slechts 24 graden en veel wind hadden we het zowaar koud!
Onze gastheer maakte op ons verzoek een kip-lemon-tajine. We aten weer fantastisch. De kinderen sliepen in het ‘hoofdgebouw’ op de hardste bedden ooit.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *