10 km | Tunga – Pyttbua
Vorig jaar liepen we voor het eerst een meerdaagse trektocht met de kinderen. Dat hadden we allemaal superleuk gevonden. Toch was er aanvankelijk weinig enthousiasme toen ik voorstelde dat dit jaar opnieuw te doen, maar dan vijf dagen. Na even doorvragen bleek dat vooral vanwege het eten te zijn. De gevriesdroogde zakken eten waar alleen nog water bij hoefde, waren niet zo erg lekker gevonden. Daar was ik het wel mee eens. De deal werd dus dat we vijf dagen zouden gaan rondtrekken (want dat vond iedereen eigenlijk wel heel leuk), maar dat ik zou proberen een beter alternatief te bedenken voor het avondeten, met als consequentie dat iedereen waarschijnlijk een iets zwaardere rugzak zou krijgen.
Na al twee weken Noorwegen was het dan eindelijk zo ver! We stapten ’s ochtends vanuit Gol in de auto naar Reinheimen. Een autorit van nog 5enhalf uur. Dat betekende dat we dus pas laat op onze eerste tocht startten. Aan het einde van het tolweggetje parkeerden we de auto op de parkeerplaats Tunga, waar behoorlijk veel auto’s stonden. Een Nederlands echtpaar dat juist aankwam bij de auto sprak ons aan. Met kinderen met grote rugzakken val je toch op. Zij kwamen juist van de hut vandaan waar wij naar toe gingen. Op m’n vraag of het er druk was schoten ze in de lach: “nee, afgelopen nacht niet, maar we kwamen zojuist een DNT-groep van 15-20 man tegen die op weg was naar de hut”. Hmmmm… dat klonk niet best. Ik had weliswaar bedden gereserveerd, maar wel in 3 verschillende kamers. Nouja, we zouden het wel zien. De Nederlanders wensten ons veel plezier en vonden het op voorhand al superknap dat de kinderen dit gingen doen en dan nog wel vijf dagen. Ze voorspelden ons dat het nog een uur lopen was als we boven de boomgrens kwamen.
We hadden er zin in en vertrokken om 15.30 uur vol goede moed richting de hut Pyttbua, een tocht van 10 km, met zo’n 500 hoogtemeters, maar die geleidelijk zouden stijgen over een smal paadje langs de rivier. We liepen in een stevig tempo door en waren verrast toen we de hut al in zicht kregen. Voor ons was het helemaal geen uur lopen meer boven de boomgrens; wij liepen veel sneller! Die eerste dag viel niks tegen!
Rond 19 uur waren we al in de hut en gelukkig vóór de regen. De hoofdhut bestond uit twee flanken met elk een eigen keuken. Er zaten twee Noorse jongedames in de keuken en zij boden direct aan van kamer te wisselen. Ze hadden hun spullen neergezet in een 6persoonskamer, maar wilden best met ons wisselen, zodat wij bij elkaar konden liggen met z’n vijven. Superfijn!
De grote DNT-groep was in de linkerflank gaan zitten, dus daar was het beduidend drukker. Wij deelden de keuken met de twee Noorse dames, een Noorse vader met z’n zoontje en een Spanjaard die met een tent rondtrok. Bij de DNT-groep zat een Nederlandse man en die kwam even buurten, toen hij ons in de gaten kreeg. Het was erg gezellig. Renske en Daantje maakten armbandjes voor de Noorse jongedames als bedankje voor de kamerwissel en ik maakte ondertussen nasi met sajoerboontjes klaar. Jasper en ik dronken ons ‘first-day-beer’… een blikje La Chouffe. Relatief laat doken we allemaal tegelijk ons bed in.