4. Koninginnetocht: Hellandsnuten

Minstens één keer per vakantie lopen we een Koninginnetocht: een lange en zware tocht. Daar stellen we ons dan op in en we gaan goed voorbereid op pad. Vandaag was het dan zover. Maar dat hadden we van te voren niet zo bedacht en dus waren we weliswaar goed voorbereid (want dat doen we altijd), maar we hadden ons er mentaal niet op ingesteld, waren te laat vertrokken én we hadden eigenlijk toch wel een beetje te weinig eten mee.

Voor vertrek hadden we eerst uitgebreid staan praten met de eigenaar van de hut en zijn familie. Normaalgesproken zien we ze nooit, maar ze wilden graag de boot en zwemvesten gebruiken om de visnetten op te halen. Nu we hier voor de vijfde keer waren, durfden ze hun gereserveerde houding misschien een beetje los te laten en voelde het niet meer als ‘lastig vallen’ denk ik.

We zouden eerst brood en iets voor de lunch halen in Sand en dan van daaruit een stevige tocht naar een top lopen, de Hellandsnuten. Het zou een steile klautertocht worden. We hadden er zin in. Het begon al goed over een helling vol frambozenstruiken, dus er verdwenen de nodige rode vruchten in de monden. Daarna gingen we het bos in en werd het gelijk steil over stenen en rotsen. Leuk! We moesten ongeveer 750 hoogtemeters overbruggen. En die waren niet gemakkelijk! Het was steil, het was modderig, het waren lastige passages en toen het ook nog begon te regenen, was het ook nog eens spekglad. Aanvankelijk hadden we nog onze best gedaan om de veenstukken zo goed mogelijk over te steken, door van steen naar steen te stappen. Of in mijn geval van steen naar schijt: waarvan ik dacht dat het een steen was, bleek het een enorme vlaai te zijn…. Ik ben nog nooit zo vol overtuiging in een hoop schijt gestapt. Ik pieste bijna in m’n broek van het lachen, terwijl ik langzaam wegzonk in het veenmoeras.

Naar de top toe werd de klim niet makkelijker en de moed zakte langzaamaan in de schoenen bij een enkeling toen het steeds harder begon te regenen. De opluchting was dan ook groot toen we eindelijk op de top stonden en de regen gelukkig ook op hield. Toen de wolken wegtrokken hadden we ineens prachtig uitzicht op de fjorden. Wauw!

We deelden m’n Clifbar-noodreep en na een peptalk begonnen we vol goede moed aan de afdaling, via de andere kant. Die zou weliswaar meer kilometers zijn, maar ook makkelijker te lopen dan de steile heenweg. Nou, dat hebben we geweten! Door de regen was alles spekglad geworden en de grote rotspartijen, die onder droge omstandigheden waarschijnlijk vlot te lopen waren, waren nu veranderd in bijna onneembare passages. We konden ze alleen oversteken door ingewikkelde capriolen uit te voeren, soms zelfs op handen en voeten. Een hoge rotspartij van 3 á 4 meter hoog spande de kroon: hij was bijna verticaal en de enige manier om ons pad te vervolgen was door ons er om beurten van af te laten glijden. Dat klinkt leuker en makkelijker dan het was…. Het was echt een heel spannend stuk en ik was blij dat we allemaal zonder kleerscheuren beneden kwamen.

Vervolgens raakten we ook nog de route kwijt. Althans, we volgden nog steeds een rode stip en een soort paadje, maar dat liep dood in een veenmoeras. Na lang zoeken had Jasper weer een rode stip gevonden en vervolgden we onze weg. Om toen terug aan te komen bij het riviertje dat we een uur eerder waren overgestoken! Nee, we hadden een rondje gelopen! We begonnen opnieuw en vonden uiteindelijk de juiste route terug. Waarschijnlijk hadden we ergens een oude (inmiddels ongebruikte) route opgepakt en een ‘verse’ rode stip gemist. Doordat we het veenveld inmiddels 3x overgestoken waren, konden we het water uit onze schoenen gieten. We deden dan ook minder moeite om droge stukjes te zoeken. Die waren er ook eigenlijk helemaal niet meer. De hele verdere afdaling was een grote modderpartij tussen de spekgladde rotsen.
Uiteindelijk deden we over de afdaling heel veel langer dan over de klim (normaliter is dat andersom) en waren we pas om 21.30 uur (!) terug bij de auto! Wat een dag zeg! En potverdorie wat hebben de kinderen zich sterk gehouden. Het was echt met stip de zwaarste tocht ooit. Als de een een kleine inzinking kreeg, dan werd die weer opgepept door de anderen. Mooi om te zien. Vandaag was een stevige test van doorzettingsvermogen en mentale kracht en die hebben ze allemaal glansrijk doorstaan. En dat op één kaneelbolus, 2 dadels en een klein stukje Clifbar. Pas om 22.30 uur zaten we aan ons avondeten.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *