Ik had achterhaald dat het ontbijt in het hotel al vanaf 6.30 uur werd geserveerd en dus zat ik vandaag om 7 uur al aan het ontbijt. Lekker voor de drukte uit en dat beviel me wel, want dan hoefde ik niet zo lang op m’n koffie te wachten. Hoewel ik wel wat zenuwachtig werd dat ik daar in m’n eentje zat, terwijl het personeel gedienstig heel erg vlakbij me in de buurt bleef. Dat wilde maar niet wennen, terwijl het toch elke keer overal hetzelfde ging: ik zat in m’n ergens iets te eten of te drinken en dan stond iemand van het personeel op maximaal twee meter afstand naast m’n tafeltje om in de gaten te houden of ze me nog ergens mee van dienst konden zijn…
Ik wilde vandaag een mountainbike huren en ging op advies van het hotelpersoneel naar een bike-shop vlak om de hoek. Ik had al in Nederland via Google maps uitgezocht waar ik in de omgeving van Pokhara het terrassenlandschap zou moeten kunnen zien. Daar op de fiets heen leek me veruit het makkelijkst: lopen was geen optie (want te ver) en me daar door een taxi laten afzetten kon wel, maar hoe kwam ik dan weer terug (want afgelegen gebied). Een mountainbike huren was dus ideaal en bovendien leuk. Ik liet zien welke route ik wilde fietsen en wilde vooral weten of de weg er naar toe een beetje te doen was, of dat er teveel verkeer op zou rijden. Dat moest geen probleem zijn. Ik koos voor een hardtail Giant, maat L. Hij fietste verrassend lekker! Natuurlijk was het wennen dat m’n voeten los zaten maar het voelde toch echt wel snel vertrouwd. Ook het links fietsen wende snel.
Ik fietste eerst 15 km over de weg langs het meer; regelmatig was het asfalt onderbroken en reed ik over stukken vol modder, kuilen en rotsen. Ik kwam door dorpjes, waar niet veel toeristen kwamen, er werd geregeld naar me gezwaaid. Toen hield het asfalt op en ging ik een onverhard pad op de bergen in. Het was een breder pad vol kuilen, rotsen, keien en stukken waar ze geprobeerd hadden verharding aan te brengen door stenen neer te leggen, maar daardoor was het juist alleen maar ontoegankelijker geworden. Op sommige stukken was het veel te steil voor me (de fiets had maar 1 voorblad en slechts 7 of 8 versnellingen achter) en dan moest ik lopen. Ik zweette me een ongeluk, want het was ongelooflijk warm. Het doel was vandaag om de terrassen te zien en daarvoor moest ik stevig de hoogte in (richting 1.500 meter, komende vanaf 900). Het was een zware, maar fantastische fietstocht, vooral omdat je aan alles merkte dat hier weinig toeristen kwamen; de mensen reageerden veel vriendelijker. Een grappig moment was toen er twee meisjes (zusjes) naast me kwamen staan toen ik een foto van het landschap maakte. De oudste wilde weten waar ik vandaan kwam en hoe ik heette. Ik vroeg hoe zij heetten. De oudste spoorde vervolgens de jongste aan om om chocola te vragen (op de een of andere manier denken alle kinderen hier dat toeristen altijd chocola mee hebben…. Maar mijn chocola lag dus gewoon nog in Kathmandu omdat m’n tas te zwaar was en ik dat moest achterlaten). We babbelden nog wat en ik vroeg vervolgens of ze misschien op de foto wilden. Spontaan trokken ze hun meest coole gezicht, inclusief gebaren. Zelfs in de bergen zijn de meisjes zich bewust van hun imago. In ruil gaf ik ze beiden een armbandje dat ik de voorgaande weken had gemaakt. Vervolgens kwam nu opa (?) er aan en ze lieten enthousiast hun armbandjes zien. Ik wisselde nog wat woorden (of gebaren eigenlijk) met de oudere man. Het waren juist deze momenten die m’n reis zo bijzonder maakten!
Aanvankelijk was ik van plan een rondje te fietsen, maar ik zag donkere wolken komen en had ook wat twijfel over de eventuele (on)mogelijkheden om echt rond te fietsen. Wat ik niet wilde was dat als ik eenmaal de afdaling had ingezet, er vervolgens achter moest komen dat het pad ophield ofzo. Ik nam het zekere voor het onzekere en nam dezelfde weg terug, ondanks dat ik wist dat er echt hele stenige (en dus riskante) stukken tussen zaten. Maar ik ontdekte al snel dat ik het nog kon, afdalen over rotsige paden! Zelfs op een hardtail! Zelfs met m’n voeten los. En zelfs met de remmen links en rechts omgekeerd.
Veel sneller dan ik omhoog gefietst was, kwam ik met een grote grijns weer beneden op de asfaltweg uit. Ik fietste de 15 km terug richting Pokhara, inmiddels flink rood verbrand. Ik stopte bij een stalletje waar ik een fles water haalde. Het vrouwtje sprak geen woord Engels en ik had geen idee wat ik er nu voor moest betalen. Ik gaf 100 roepie en ze moest vervolgens wisselgeld halen aan de overzijde. Ik kreeg een handvol papiergeld terug en had geen idee wat ik uiteindelijk voor het water heb betaald. Ik moest op het plastic stoeltje tegenover haar gaan zitten. Onze communicatie bestond uit niet meer dan naar elkaar glimlachen. Ze bood me druiven aan, maar die heb ik vriendelijk afgeslagen; het beeld van Floortje Dessing doodziek in India/Nepal na het eten van een stukje fruit in het achterhoofd.
Rond een uur of 15 was ik terug bij de bikeshop met ruim 45 km op de teller. Wat een toffe ervaring en wat een goed idee om zo wat makkelijker grotere afstanden af te kunnen leggen en meer te zien!!
’s Avonds had ik honger als een paard en at ik een westerse maaltijd: een hamburger met frietjes.