Na een prima nachtrust (wel met een onderbreking waarin ik m’n boek van Tim Voors heb uitgelezen) ging om 7 uur de wekker. We hadden het hotel helemaal voor ons alleen sinds gisterenmiddag en dat scheelde aanzienlijk veel gerochel, gesnuit en andere onsmakelijke geluiden op de nuchtere maag. Het was nog frisjes, maar uit de wind in de zon was het goed toeven op het dakterras en dus aten we daar ons ontbijt. Wat mij betreft was dit de beste applepancake-by-far en met wat hulp van Marleen kreeg ik zowaar m’n bordje een keer leeg. Om 9 uur vertrokken we richting Samdo. Marleen voelde zich gelukkig beter dan gisteren. Omdat onze gids Sander naar huis was vertrokken, moest onze ondersteuning wat aangepast worden. Vanaf nu zouden onze twee vaste porters met ons meelopen met elk een tas en een derde (onzichtbare) porter was reeds vertrokken met de tassen van Marleen en Karianne.
Het was een gemoedelijke tocht: weinig hoogtemeters, makkelijke paden en in een prachtige omgeving. De avond ervoor had het geregend en gesneeuwd, maar nu stond de zon aan een strakblauwe hemel. We volgden de rivier en passeerden een lange gebedsmuur. Ondanks dat we genoeg momenten pakten om foto’s te maken en te genieten van het landschap, haalden we diverse groepen in. We behoren blijkbaar toch echt tot de snellere groepen, ondanks de vier zieke lijven. Ik had me op voorhand onnodig zorgen gemaakt of ik die jonkies wel bij zou kunnen houden…. Het ging allemaal prima en ik was fitter dan gedacht.
Tijdens deze etappe lieten we de beplanting definitief achter ons; het landschap werd kleurlozer en steniger. Het lastigste stuk van vandaag bevond zich vlakbij Samdo. Vanaf de rivier moesten we op het einde toch nog wat hoogtemeters overwinnen. Samdo lag op 3.865 m hoogte en was een authentiek Tibetaans dorpje. Bijzonder om te zien. Het dorpje bestond uit kleine stenen huisjes, waar de mensen veelal boven de stal woonden. Tussen de huisjes lagen smalle modderige paadjes, met restanten sneeuw. Het geheel deed rauw en grauw aan. Hoe groot was het contrast met de traditionele kleurrijke kleding.
Ik had sinds een paar dagen een enorme honger en kon wel blijven eten. Dat gold ook voor Karianne en Sjoerd; Marleen bleef last houden van misselijkheid. Het bord (lokale en huisgemaakte!) friet en gebakken ei ging er bij mij met smaak in. Jammer alleen dat het er vloeibaar uit bleef komen. Over het geheel genomen voelde ik me meer dan prima en had ik nulkommanul last van de hoogte. Ik besloot m’n hoogtepillen in m’n tas te laten, tenzij ik toch nog last kreeg. Maar als het bleef gaan zoals het nu ging, had ik die pillen niet nodig en ging ik ze niet preventief slikken, zoals ik aanvankelijk van plan was geweest.
‘s Middags bezochten we het lokale festivalletje in Samdo. Leuk om te zien, maar het voelde toch ook wat ongemakkelijk als toeristische toeschouwer. Karianne, Marleen en ik hielden het na een poosje dan ook voor gezien en dwaalden nog wat door het dorpje.
We hoorden dat er maandag slecht weer was voorspeld en dat daarom veel groepen zondag vervroegd de pas over wilden. Voor ons stond dat sowieso zondag al op de planning, maar nu moesten we vooral zorgen dat we op tijd een overnachtingsplek geregeld hadden.
‘s Avonds kropen we dichtbij de (bijna te warme) kachel en at ik eindelijk m’n eerste dal bath.