Inmiddels zijn we verplaatst van de omgeving Hardangervidda-Telemark naar het gebied ten zuiden van Rondane. We hebben afscheid genomen van Jelle, Erwin, Merel, Roos en Steen, die weer terug naar huis gingen. De week samen was veel te kort! Wat hadden we het goed, gezellig en leuk met elkaar. Zo bijzonder. De verwachte tranen bleven uit, bij de kids dan.
Aan het einde van de middag kwamen we na een lange rit aan op ons adres van deze week: een houten hut heel hoog op de berg, verlaten van alles en iedereen, op een groot omheind perceel. En met ons eigen stuk bos vol geheimzinnige paadjes, een verborgen schommel en onze eigen snelstromende privé-beek! Oja, en er zijn muggen….. heeeeeeel veel muggen!
Op de eerste dag hier werd er eerst flink uitgeslapen; blijkbaar is het toch wat saaier met vijf man i.p.v. met tien en is er minder drang om de dag zo vroeg mogelijk te starten; bij de kids dan. ’s Middags maakten we een prachtige, maar pittige wandeling. De eventueel mogelijke tocht van 13 km zouden we never-nooit-niet halen, hadden we al snel door, dus we sneden een flink stuk af. Maar nog steeds bleven er 8 zware kilometers over, met veel lastig klimmen, veel lastig dalen en veel stenen en rotsen. Maar wauw, wat was het mooi!
De grootste beloning van die dag was wel het enorme imposante rendier, dat ons vanaf zijn bergtop al een eeuwigheid stond te aanschouwen, zich waarschijnlijk verbazend over de felgekleurde hoedjes en het continue gekakel dat daaronder vandaan kwam. We probeerden zo dichtbij mogelijk te komen om een goede foto te schieten (juist vandaag had ik m’n zoomlens thuis gelaten), maar het dier was weinig onder de indruk en leek nog eerder in de aanval te willen gaan, dan dat hij z’n bergtop vluchtend zou verlaten. Nóg dichterbij durfden we dan ook niet.
Al met al was een pittig dagje, maar wel een waar we allemaal van hebben genoten!